M f m van Teylingen enJudoca van Egmond van ca. 1515 in de Gemaldegalerie in Berlijn treffen we die burgemeester van Alkmaar (1509-1531) met zijn vrouw aan, maar helaas is dat werk niet aanwezig op de tentoonstelling. De twee portretten die Jacob vlak voor zijn dood van deze beide echtelieden nog gemaakt heeft, zijn hier echter wel te zien. Kwellingen van Van een andere Alkmaarse burgemeester zondaars in de (1486-1520), Jan Gerritsz van Egmond van hel. Kopie van de Nijenburg, zijn maar liefst 3 portretten een deel van de te zien, waarvan het eerste uit ca. 1518 is en tekening van de de andere twee daarvan kopieën zijn, gewelfschildering gemaakt na de dood van Jan in 1523. door Alexander Klasener, 1885. DE GEWELFSCHILDERING Collectie Regionaal Voor het pronkstuk van de tentoonstelling Archief zult u van het museum even moeten oversteken naar de Grote Kerk. Het is nu algemeen aanvaard dat de gewelfschil dering Het laatste oordeel in het koor van de Grote Kerk (zoals ook de iets kleinere gewelfschildering over hetzelfde onder werp in de oude Ursulakerk van Warmen- huizen) door Jacob gemaakt is. Die opvatting is er niet altijd geweest. Wel is door een datering duidelijk dat het werk in 1518 gereed moet zijn geweest en het toen zowel door de ruim veertigjarige Jacob als door zijn broer Cornelis Buys (I) kan zijn gemaakt. Ook is er de mogelijkheid dat ze het samen gemaakt zouden hebben en misschien heeft de veel jongere Cornelis Buys (II) er ook aan meegewerkt. Tegen woordig echter wordt in navolging van Willem Haakma Wagenaar die enkele jaren geleden de laatste grote restauratie uitvoerde, Jacob door de meeste kunsthis torici toch wel als de ontwerper van het geheel gezien maar wordt daarbij de medewerking van anderen aan de uitvoering niet onmogelijk geacht. In ieder geval zal Jacob nu ongeveer 500 jaar geleden regelmatig voor korte of langere tijd in Alkmaar geweest moeten zijn ter voltooiing van dit kunstwerk, al kan hij veel voorbereidend werk al thuis in Amsterdam gedaan hebben, bijvoorbeeld door houtsneden te maken, iets waarin hij zoals ook op de tentoonstelling te zien is zeer bedreven was. De gewelfschildering heeft echter niet al die 500 jaar de Grote Kerk gesierd. In 1885 is dit hele gewelfdeel voor 80 gulden verkocht aan een kerk in Venlo, maar moest daarvoor eerst in Maastricht gerestaureerd worden. In Venlo is het nooit geweest, maar vanaf1901 is het in een bijgebouwtje van het Rijksmuseum in 14 Oud Alkmaar 2014 Amsterdam aangebracht. Vandaaruit is het in 1925 weer teruggegeven aan de Grote Kerk van Alkmaar. Door dit alles maar ook door de tand des tijds had de kwaliteit van het werk natuurlijk erg geleden. Gelukkig heeft kort voor de verhuizing in 1885 de in Alkmaar wonende Duitse kunstenaar Alexander Klasener een tekening van het hele kunstwerk gemaakt, die bij de recente restauratie gebruikt kon worden. Ter illustratie staat er bij dit artikel een Noli me tangere doorJacob Cornelisz ca. 1507. Collectie StaatUche Museen in Kassel Oud Alkmaar 2014 15

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2014 | | pagina 9