Jacob Cornelisz van Oostsanen Toen en nu in Alkmaar Jan Drewes Jacob Cornelisz mag dan uit Oostzaan afkomstig zijn, 'van Oostsanen' is eigenlijk niet zijn familienaam en net als de meeste mensen toen had hij die ook niet. Dat hij soms met de naam 'van Amsterdam' wordt aangeduid, geeft aan dat in die stad de kern van zijn werkzaam leven lag. Zijn eerste biograaf, Carel van Mander, schrijft in 1604 in zijn Schilderboeck dat Jacob "t'Amsterdam een Borgher wesende" daar in hoge ouderdom gestorven is. Hoe oud hij precies geworden is weten we niet, maar waar schijnlijk is hij al voor 1475 geboren en in 1533 overleden. Jacob woonde sinds 1500 op de plek van het huidige pand Kalverstraat 62 in Amsterdam, niet ver van het Amsterdam Museum waar nu dus ook een deel van zijn werk getoond wordt. Het genoemde pand was toen niet alleen zijn woning, het was ook het atelier waar de meeste werken van zijn hand tot stand kwamen, al zullen soms zijn kinderen of andere leerlingen daaraan hebben meegeholpen. Een van die leerlingen was Jan van Scorel, voordien in Alkmaar leerling op de Latijnse school en daar mogelijk ook in de leer geweest bij een broer van Jacob, de schilder Cornelis Cornelisz Buys (I). Eigenlijk is er rond Jacob nog veel onduidelijk. Behalve over enkele familie relaties en de werken die aan hem of zijn omgeving kunnen worden toegeschreven, weten we vrijwel niets over hem. Zijn vader zal dus Cornelis geheten hebben en dat zijn broer Cornelis meestal 'Buys' genoemd wordt, betekent ook hier niet dat 'Buys' de achternaam van de familie was. Waarschijnlijk moeten we hier denken aan een zgn. 'springnaam', die aan de naam van een van de kinderen met dezelfde voornaam als de voorouder met die 'springnaam' werd meegegeven. In die traditie wordt ook de zoon van broer Cornelis, eveneens een schilder, weer Cornelis Cornelisz Buys genoemd en staat daarom bekend als Cornelis Buys (II). Overigens kreeg onze Jacob Cornelisz soms de springnaam 'War' of 'Waer' mee. We zullen in dit artikel echter steeds volstaan met kortweg Jacob. Hoeveel kinderen Jacob heeft gehad is onbekend, maar van drie kennen we wel de naam. Van Mander noemt alleen Dierick Jacobsz, die 70 jaar oud in 1567 gestorven is; verder zegt hij over Dierick, ook een schilder, dat op een van de door hem gemaakte portretten "daer een handt in comt, soo schoon en verheven uytmun- tende, datse van yeder schier wort verwondert, en gepresen". Mogelijk slaat deze opmerking op het merkwaardige schilderij dat hij maakte van zijn vader, die bijna klaar is met het portretteren van zijn moeder. Het merkwaardige van dit schilderij is dat Jacob zelf niet poseerde maar Dierick op dit schilderij het zelfpor tret kopieerde dat Jacob al eerder gemaakt had. Verder komen we in de archieven van de weeskamer nog een zoon Cornelis Jacobsz tegen en een dochter, die naar haar moeder Anna is vernoemd. Van de zoon Cornelis weten we onder meer dat hij ook schilderde en dat hij met een Alkmaars weesmeisje was getrouwd. Van dochter Anna is niet duidelijk ofzij de dochter is die door Van Mander genoemd wordt als het twaalfjarig meisje, waarop de ongeveer zeventienjarige Jan van Scorel verliefd werd, toen hij bij Jacob in de leer kwam. Die suggestie is wel overgenomen door de auteurs van een stripverhaal over Jan van Scorel (Sede vacante 1523) dat onlangs in het Centraal Museum van Utrecht te zien was. Het meisje kan echter ook heel goed een andere onbekende dochter van Jacob geweest zijn, bijvoorbeeld zij van wie we alleen weten dat zij de moeder was van Jacobs kleinzoon Cornelis Anthonisz, die als schilder en cartograaf de oudst bekende plattegrond van Amsterdam maakte, de zgn. Vogelvluchtkaart uit 1538 die in het Amsterdams deel van de tentoonstelling hangt. Maar wat had Jacob nog meer met Alkmaar dan alleen dat er een broer en een neef woonden? Volgens Van Mander bevond zich in Alkmaar ook het schilderij van hem dat boven alle andere uitstak, namelijk een Kruisafneming waarop Jezus' moeder Maria, Maria Magdalena en ander omstanders Christus bewenen, die dood op de grond ligt, omgeven door "seer aerdighe tronien, naeckten, en lakenen", en verder een landschap dat "oock seer schoon en wel gedaen is van Ioan Schoorel zijnen Discipel". Dat schilderij was toen in het bezit van de weduwe Van Sonnevelt van de Nijenburgh. Het is echter onduidelijk wat er verder met dat schilderij gebeurd is. Er hangt wel een Bewening van Christus door Jacob op de tentoonstelling maar die voldoet niet geheel aan de omschrijving van Van Mander. Hoe dit ook zij, Jacob heeft op enkele schilderijen ook Alkmaarders vereeuwigd. Op zijn drieluik Maria met kind en Augustijn Er wordt dit voorjaar, tegelijk in Alkmaar en Amsterdam, een tentoonstelling gehouden die gewijd is aan de eerste Amsterdamse schilder waarvan we de naam kennen. Maar wat had hij nu eigenlijk met Alkmaar van doen? ZIJN FAMILIE Oud Alkmaar 2014 JACOB EN ALKMAAR Anna enJacob geschilderd door hun zoon Dirch, ca. 1530. Collectie Toledo Art Museum in Toledo (Ohio VS) Oud Alkmaar 2014 13

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2014 | | pagina 8