-
•w
Still uit een overlijden op 6 juli 1980, verbleefzij in het
videofilmpje provenhuis.
gemaakt bij de Soms kon familie gebruik maken van een
Sinterklaasviering leegstaande kamer. Zo woonde in 1976
van 1975. Naast Gijsbert Robert, een neefvan de moeder
Sinterklaas zit mevrouw Goes, een tijd in het huis. Een
mevr. Scboebuijs. zinloze vernieling in datzelfde jaar van een
raam aan de Nieuweslootzijde door
jeugdige bezoekers van het Hofvan Sonoy
zorgde voor een behoorlijke schadepost. In
combinatie met de geringe bezetting van
de kamers bleek het Hofde exploitatie niet
meer sluitend te kunnen krijgen.
Tijdens een vergadering van de regenten,
eind november 1977, stelde regent J.H.M.
de Sonnaville dat er slechts één conclusie
was na het lezen van de nota van de
rentmeester met betrekking tot de
financiële situatie: de mensen wilden hier
niet meer in, midden in de drukte van de
stad. Regent De Vos zei altijd optimistisch
te zijn te zijn geweest, maar nu niet meer.
Ook regent De Wild zag sluiting als enige
mogelijkheid.
LAATSTE BEWONERS
Ten aanzien van een mogelijke bestem
ming werden talloze ideeën geopperd. Er
werd gesproken over een exclusief
restaurant, een antiquariaat en over
verhuur, zowel aan particulieren (notaris,
advocaat) als ook aan de gemeente.
Burgemeester Roozemond zei dat hij
stellig wél kans zag om de bestaande
dreigende moeilijkheden te overbruggen
en zelfs te kunnen voorkomen door aan de
desbetreffende gemeentelijke dienst van
Alkmaar op te dragen geschikte kandi
daten voor bewoning voor te dragen.
Slechts één persoon verscheen, maar die
werd wegens een dubieuze geestelijke
gesteldheid door de moeder afgewezen. De
rentmeester was het daar volledig mee
eens. Er waren contacten geweest over de
verhuur van de kamers aan verplegend
personeel van het Medisch Centrum
Alkmaar, maar die liepen op niets uit.
In juni 1978 werd overwogen om van elders
personen aan te nemen. De voorzitter van
de regenten, mr. J. Belonje, voelde niet voor
het direct plaatsen van een advertentie
waarin het huis ofalthans een deel ervan
te huur werd aangeboden; hij wilde de
zaak niet overhaasten. Toch was afbouw de
enige oplossing. Er moesten geen nieuwe
bewoners worden toegelaten en de op dat
moment in het huis verblijvende bewoners
wilde men in de loop van 1979 laten
afvloeien. De heer C.H. Liefting was de
laatste bewoner die (per 1 juli) werd
aangenomen. Hij vertrok per 1 april 1980
naar de Prins Hendrikstichting in Egmond
aan Zee.
In het voorjaar van 1981 vertrokken de
laatste drie bewoners: de heren A. Doode-
man, J. Schouten en P. Walle. Jan Schouten,
die ruim tien jaar in het huis gewoond had
en op vrijdag altijd zorgde dat mevrouw
Goes (de moeder) twee haringen kreeg,
68 Oud Alkmaar 2013
vertelde aan een verslaggever van de
Alkmaarsche Courant: "Ik was er uit
mezelf nooit uitgegaan en de anderen ook
niet. Het was er klein en gemoedelijk, het
was er hartstikke goed, ik zal nooit anders
zeggen. We hadden er geen comfort, dat
weet ik wel. Maar je stapte er zo de deur uit
en je bent in de stad. En eisen stelden we
niet. Het eten was goed en de behandeling
was goed. Dat vind ik al twee heel voor
name dingen."
Zo werd het Huis van Achten als laatste
voorziening voor bejaardenhuisvesting in
de binnenstad gesloten, nadat het Huis
van Zessen in de Schoutenstraat zes jaar
eerder was opgeheven. Niet de locatie,
maar vooral de voorzieningen waren niet
meer geschikt. De accommodatie was sterk
verouderd. In 1970 was er weliswaar geld
geleend voor de aanleg van een volautoma
tische verwarmingsinstallatie, maar er was
maar één toilet en pas in 1974 was een
doucheruimte gebouwd en ingericht.
ANDERE HUURDERS
Het echtpaar Goes, dat het huis de laatste
zeven jaar beheerde, mocht er voor niets
blijven wonen. In april 1981 kwamen de
eerste zes nieuwe huurders, studenten van
de HTS en de HEAO in Alkmaar. Het Huis
van Achten was hiermee het eerste
studentenhuis in Alkmaar. Per 1 oktober
waren alle acht kamers bezet door zes
mannelijke en twee vrouwelijke studen
ten. In de provenierskamer, waar de oude
mannen aten, werd een keukenblok
geplaatst, zodat ze daar om beurten voor
de hele groep konden koken en samen
eten. Bepaald werd, dat ze bij vertrek van
een van hen zelfkonden bepalen wie de
nieuwe bewoner werd. De ligging midden
in de stad stelden zij zeer op prijs en de
studenten hadden het naar hun zin.
Een opknapbeurt bleefechter noodzake
lijk. Op 2 januari 1987 begon een grondige
restauratie (kosten een kleine miljoen
gulden). De acht kleine kamertjes werden
opgesplitst in zeven grotere eenheden:
beneden een woonkamer en een keuken en
toilet. Een trap naar boven leidde tot een
slaapkamer en een was- en douchegelegen
heid. Dakkapellen werden geplaatst. De
schoorstenen werden van nieuwe loden
voorzien. Eigenlijk teveel om nu te
benoemen. Op 4 november 1988 werd het
provenhuis officieel heropend.
Oud Alkmaar 2013 69