aan de inwijding moest worden gegeven.
Daarom was de moeder verzocht te zorgen
voor een paar tulbanden en daarbij tevens
een fles wijn te schenken. Nadat iedereen
vertrokken was namen 'de broeders' in
dankbare stemming hun nieuwe kamer in
gebruik. Dat schreef althans de journalist
die hiervan verslag deed.
Op zolder waren twee slaapkamertjes,
waar de hulp of ook wel familie van de
moeder woonde. In een regentenvergade-
ring op 15 mei 1884 kwam ter sprake dat
de zolder boven de moederskamer en de
keuken dringend moest worden
opgeknapt. "Vroeger was op eene zwakke
plek reeds eene deur gelegd, doch heden is
boven de keuken weder eene plank
bezweken, zoodat ter voorkoming van
ongelukken vernieuwing noodzakelijk is."
Er werd besloten de zolder te herstellen en
de leegstaande kamertjes voor zover nodig
op te knappen. De hulp deed de was, die in
de winter te drogen werd gehangen op de
zolder, die grotendeels leegstond. In de
zestiger en zeventiger jaren van de
twintigste eeuw droegen de mannen nog
lange wollen Jaegeronderbroeken. Je kon
zo tussen de dakpannen door naar buiten
kijken en het duurde soms een week
voordat de lange onderbroeken droog
waren.
In een kamertje op de zolder woonde in de
zestiger jaren ook de jonge zoon van
moeder E.W. de Jager-Dingerdis, Sam
(oud-chefsportredactie van de Alkmaarsche
Courant), toen zijn moeder het huis
beheerde vanafeind augustus 1962 totdat
haar eind juni 1966 op eigen verzoek
ontslag werd verleend. Hij betaalde
gewoon kostgeld. Hij vond het heel prettig
in het huis.
Bij de verbouwing in 1987 voor de nieuwe
huurders kreeg elke kamer een eigen
zolderkamer, met een was- en douchege
legenheid.
Tijdens de eerste wereldoorlog woonde en
overleed in het provenhuis Johannes (Jan)
Hackman/Haakman. Hij was de zoon van
een Duitse immigrant, die koopman was.
Jan Haakman, geboren in Alkmaar op
1 april 1840, was de oudste broer van de
beroemde straatventer en stadsfiguur
Andreas (Appie) Haakman, wiens foto met
mand en klompen menigmaal is afge
drukt. Jan was winkelier en tuinman. Hij
verkocht groenten, maar al gauw deed hij
ook in bloemen en planten. Hij adver
teerde met het feit dat hij tuinen aanlegde
en onderhield, maar met de bouquetten en
versieringen maakte hij naam! Hij voorzag
optochten van bloemversieringen en won
prijzen en medailles bij de Hollandsche
Maatschappij van Landbouw. Hij woonde
nog maar kort in het huis toen hij in 1916
op 76-jarige leeftijd overleed.
Hendricus Jacobus Smit, geboren in 1875,
kwam op 13 september 1945 in het Huis
van Achten wonen. Kleinzoon Henk en
kleindochter Anneke hebben daar nog
herinneringen aan. Hun opa was stoker/
olieman bij de marine geweest. Hij zat op
de grote vaart en bleefdus lang weg. Om
wat bij te verdienen ging zijn vrouw vis
bakken en rondbrengen, ook bij het
provenhuis. Bij de marine ging je op je
45ste met pensioen, en opa Smit is toen een
fruit- en viswinkel in de Magdalenenstraat
begonnen. Hij was zeventig jaar oud toen
hij provenier werd en zou er acht jaar
wonen. Hij stierfop 11 april 1953 in het
huis aan een hersenbloeding en lag daar
ook opgebaard.
Zijn kleinzoon Henk, die toen acht jaar
oud was, vond de woning van zijn opa
maar een bedompt kamertje, donker en kil.
Er was geen wastafel, geen kraan, helemaal
niks. Hij zag er weinig vrolijkheid. De
mannen hadden een kolenkacheltje in hun
kamer. Op de binnenplaats was een
kolenbak, waar zij zelf kolen moesten
scheppen. Henk Smit had gelukkig een
kleindochter die dat voor hem deed.
In het provenhuis mocht niet gedronken
worden, maar dat gebeurde toch stiekem,
om de somberheid te verdrijven. Bij
Kraakman werd oude jenever gekocht en
door het schuifraam smokkelde klein
dochter Anneke de drank naar binnen. De
mannen pruimden ook, er waren drie
sigarenwinkels in de Magdalenenstraat
waar ze hun pruimtabak kochten. Een paar
keer in de week leegde Anneke zijn
kwispedoor ofspuwbekkentje. Opa droeg
een rond overhemd en iedere dag een
nieuwe boord, en de mannen lieten zich
scheren bij de kapper.
Er was ook eenzaamheid, vertellen Henk
en Anneke, maar daar had hun opa geen
last van. Hij had alles in de buurt. De sfeer
zoals Henk die beschrijft hoorde ook een
beetje bij de vijftiger jaren, wordt er
verzachtend aan toegevoegd. Er was nog
geen AOW, je ging er eigenlijk wonen bij
gebrek aan beter.
Toen Piet in het huis kwam wonen was hij
tachtig jaar oud. Hij was in 1871 in
Boven:
De proveniers
kamer. M. Kloeg,
2007
Onder: De ooit
dichtbehangselde
deur in de prove-
nierskamer. Foto
Nico Sevenhuysen
DE ZOLDER
2007
JAN HAAKMAN
64 Oud Alkmaar 2013
HENK SMIT
PIET VERHAGEN
Een gedeelte van
de zolder aan
de kantvan de
FotoJ. Elsinga.
1982. Collectie
Regionaal Archief
Oud Alkmaar 2013 65