de verschuiving in de opbouw van zijn vloot van het klassieke Nederlandse scheepstype - zoals de inzeilende brigan tijn - naar de moderne strak gelijnde snelle clippers als de Argonaut en de afgebeelde Professor Suringar. Spin had een drukke maand in de zomer van 1861; de op drachten moeten tussen 10 juni (de terugkoop van de Argonaut en 13 juli (het vertrek van de Professor Suringar) 1861 zijn verstrekt en uitgevoerd. Na het overlijden van Donema wordt de eerste stuurman L.H. Draijer de nieuwe gezagvoerder van de Argonaut die in de daaropvolgende jaren ingezet blijft worden op de trade naar Japan en China. De ambitie het schip als oorlogsbodem te slijten is snel vervlogen; op latere afbeeldingen zijn de geschutspoorten en kanonnen verwijderd. Voor een koopvaarder was zij erg rank gebouwd en dat moet een negatief effect hebben gehad op haar commerciële exploitatie. Wanneer het schip eind september 1866 uit de Oost in Amsterdam aankomt wil Van der Drift, die het management voert van de rederij, zich uit het schip en de vaart op Japan terugtrekken. Zijn mede-eigenaar en zwager Nicolaas Brantjes ziet nog wel perspectieven. Besloten wordt de firma te beëindigen en het schip te laten veilen. In veiling op 29 oktober 1866 wordt zij echter opgehouden voor 28.000 gulden. Ook nadien lukt het niet haar uit de hand te verkopen. Uiteindelijk neemt Brantjes het aandeel van Van der Drift over. Op 29 april 1867 zeilt zij voor rekening van Brantjes11 en met Purmerend als nieuwe thuishaven onder haar nieuwe kapitein J.R. Visser uit voor een reis via Newcastle naar Yokohama. Kapitein Visser laat zijn familie overkomen naar China, want het is de bedoeling langer in de Japanse en Chinese wateren te blijven. Op 28 juni 1868 vertrekt de Argonaut uit Yokohama richting Kobe, waar zij nooit zal aankomen. Er razen twee typhonen over de wateren van de Oostkust van Japan waarin zij met man en muis vergaat. De geest van de verloren gegane Argonaut is lang over de wateren blijven zweven en heeft de gemoederen een eeuw later nog bezig gehouden. De achterkleinzoon Wiebe van de eerste stuurman en latere kapitein Draijer erfde een door zijn overgrootvader geschilderde aquarel van het schip. Hij studeerde werktuigbouwkunde, werd hoogleraar aan de TH Twente, later rector magnificus van de universiteit en is overigens ook de vader van de huidige gelijknamige SER-voorzit- ter. De prent is hem zijn leven lang blijven intrigeren, te meer nadat hij een daarop door de Argonaut gevoerd cryptisch vlaggensein interpreteerde als 'laat mij met rust'. Op basis van het uit de tekening gereconstrueerde lijnenplan concludeerde hij12 dat de Argonaut een onveilig schip was omdat haar achterschip te zeer 'geveegd' was met als effect dat de stabiliteit van het schip bij een bepaalde golflengte onvoldoende zou zijn geweest. De analyse is niet onomstreden gebleven13 en door mijn vader, achterkleinzoon van Van der Drift, niet gevolgd toen hij in de jaren tachtig van de vorige eeuw door de modelbouwer M. Toxopeus een scheepsmodel van de Argonaut liet vervaardigen. Het droeve einde van schip en bemanning is in 1861 echter nog ver weg als - zo stel ik mij voor - Van der Drift en zijn zwager Brantjes, onbewust van het latere debat over de veiligheid van hun schip, vanuit het zeilbootje ter linkerzijde op de voorgrond op de scheepstekening van de op het IJ ten anker liggende Argonaut naar hun 'coquette najade' wijzen (afb. 5). HOE GING HET VERDER? NOTEN 1 Zie: C.J.W. van Waning, Scheepsportretten: glorie uit de negentiende eeuw vastgelegd doorJacob Spin, Amsterdam, z. j. [1974], pag. 13-14; info F. Buffa. 2 H. van Felius H.J. Metselaars, Noordhollandse Statenleden, 1840-1919, Holl. Hist. Reeks, dl. 21, pag. 34 en 40. 3 Mr. O.W.C. Mertens vermeldt het voorval in zijn bijdrage 'Klaas Brantjes 1793-1869 en zijn familie' in Terug in de tijd, NGV Zaanstreek-Waterland, 2002, pag. 24. 4 Voor overzichten van vloot, reders, kapiteins en thuishaven zie: Piet's Scheepsindex, www.scheepsindex.nl 5 C.T. van Assendelft de Coningh, Ontmoetingen ter zee en te land dl. 2 De pionier te Yokohama, Haarlem, 1879 pag. 1-2 en 73. 6 NRC, 13.08.1860, bericht uit Hongkong van 22 juni 7 Shipping and Mercantile Gazette, Liverpool, 16 augustus 1860, geciteerd in de NRC van 18.08.1860 8 NRC 27.02.1861, bericht uit Batavia van 16 januari. 9 B. Oosterwijk, Wind in de zeilen, ScheepstekenaarJacob Spin (1806-1875), Rotterdam, 2005, pag. 152 legt het verband. 10 NRC 14.04.1860, bericht uit Hongkong van 27 februari 11 Ron de Vos, Nederlandse Clippers, Uitg. van Wijnen 2003, pag. 70 stelt ten onrechte dat het schip nog voor Brantjes Van der Drift voer ten tijde van de vermissing en suggereert een slechte verhouding tussen reder en kapitein waar geen aanwijzingen voor bestaan. 12 Wiebe Draijer, Verslag van een meetkundige studie naar de klipperbark 'Argonaut', 1980, Coll. Maritiem Museum Rotterdam, inv. nr. H358 13 Zie Ron de Vos, o.c., pag. 65-83 voor een verslag van het debat en een eigen analyse Oud Alkmaar 2013 9

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2013 | | pagina 6