stadhuis staat een achttiende-eeuws
porseleinkabinet uit de nalatenschap van
Jan Nierop. In dit kabinet is een groot
aantal borden, theepotten en kopjes met
een gekleurde versiering geplaatst. In een
andere ruimte in het stadhuis staat een
grote vitrinekast met onder andere oosters
porselein.
In 1993 heeft H.D.E. Bos als kunsthistori
cus in de bundel Artistiek en Ambachtelijk,
Architectuur, kunsten en nijverheid in Alkmaar
14de -20ste eeuw een artikel gewijd aan de
historie van de Nierop collectie. Van acht
objecten van oosters porselein worden in
deze publicatie afbeeldingen en kenmer
ken gegeven.
De ongeveer 450 overige objecten van de
oosters porselein collectie van het museum
hebben tot nu toe in het depot een
'slapend' bestaan geleid. Over de herkomst
van deze stukken is tot nu toe geen
documentatie gevonden. Het museum
heeft ze gedeeltelijk verworven uit
schenking en voor een deel aangekocht.
Over drie objecten die nu een plaats in de
Gouden Eeuw zaal hebben gekregen, volgt
een meer gedetailleerde beschrijving.
De grote schotel is een voorbeeld van
kraakporselein. Het blauwwitte, Chinese
porselein dat aan het begin van de
zeventiende eeuw in de Nederlanden
bekend werd, kreeg de naam 'Kraak', een
verwijzing naar de 'caraccen', de Portugese
koopvaardijschepen met grote ladingen
porselein die door de VOC gekaapt waren.
Dit porselein, dat in China van 1580 tot
circa 1657 werd vervaardigd, werd in 1602
voor het eerst in Middelburg geveild.
Kenmerken van kraakporselein zijn een
dunne scherf, een minder zuivere
porseleinaarde en een glazuur dat
plaatselijk niet volledig dekkend is.
Hierdoor zijn de randen vaak 'geschilferd'.
Kraakporselein is vrijwel altijd ongemerkt,
er is vaak wat zand van de ovenvloer in de
bodem en de voetring meegebakken. Een
belangrijk kenmerk is de in paneeltjes
verdeelde versiering op wanden en randen,
die opgevuld zijn met positieve symbolen
en bloemen. De decoratie is vrijwel altijd
in onderglazuur blauw en varieert van
diep donker blauw tot licht zilverachtig
grijsblauw.
Op deze kraakschotel zijn een tulpmotief
en andere Hollandse bloemmotieven in de
grote en kleine panelen op de rand te zien.
Deze motieven zijn mogelijk ontleend aan
Nederlandse tegels. Vier panelen zijn
beschilderd met figuren, onder andere een
houtverzamelaar en een man met een bijl.
Het centrale medaillon bevat een uit
gewerkte scène met een Chinees paviljoen
met uitzicht op een tuin en figuren,
namelijk een 'Zotje en een Lange Lijs' en
een geleerde bij een schrijftafel. De 'Lange
Lijs' is een slanke Chinese vrouw met een
bloem in haar hand, de Chinezen noemen
ze 'Schoonheden'. Dit is een vroeg
voorbeeld, op het latere porselein komt het
'Lijs en Zotje' motiefveel vaker voor.
Halverwege de zeventiende eeuw was er in
China veel politieke onrust was door de
overgang van de Ming (1368-1644) naar de
Qing dynastie (1644-1912), waardoor de
porseleinproductie afnam en de handel
langs minder officiele kanalen verliep. In
deze periode vonden de handelaren van de
VOC de mogelijkheid om in Japan
porselein te kopen. Daar waren naast
blauw-wit porselein ook stukken met een
gekleurde versiering te krijgen. Een
voorbeeld hiervan is het Japanse Imari. De
naam Imari is afgeleid van de haven in de
buurt van Arita, vanwaar het Japanse
porselein verscheept werd. Het Japanse
scheerbekken heeft een Imari versiering
van prachtige kwaliteit. Bij Imari worden
blauwe versiering onder het glazuur en
ijzerrood en goud boven het glazuur
gecombineerd, bij de betere stukken, zoals
dit scheerbekken, zijn accenten aangebracht
in groen en zwart. De Japanse porselein
schilders verwerkten vaak traditionele
Chinese motieven op hun eigen manier.
Scheerbekkens werden door kappers
gebruikt, ze waren onmisbaar in het
Nederlandse huishouden. Meestal waren
ze gemaakt van aardewerk, koper, tin of
zilver. Ze werden ook wel gebruikt voor
aderlaten, een medische ingreep die ook
door de barbier werd uitgevoerd. Voor
beide doeleinden was de halfronde
uitsparing nodig.
Omdat er in de collectie relatief weinig
stukken uit de zestiende en zeventiende
eeuw zijn, staan er op verzoek van de
leiding van het museum bij deze selectie
enkele objecten uit de vroege achttiende
eeuw. Het plaatsen van deze objecten in
een Gouden Eeuw zaal is naar mijn idee
vanuit (kunst)historisch oogpunt niet
helemaal verantwoord en zal mogelijk
door kenners van oosters porselein niet
gewaardeerd worden. De staf
van het museum stelde echter, dat voor het
museum het visueel esthetische aspect
zwaarder weegt.
De grote schotel is een voorbeeld van vroeg
achttiende-eeuws 'Chine de Commande'
porselein. De westerse handelscom-
pagnieen gingen voorwerpen met westerse
vormen ofversiering bestellen. Hiervoor
werden tekeningen, modellen van hout,
aardewerk, glas, zilver of tin aan de
porseleinvormers gegeven om na te
bootsen. Bij Chine de Commande decoratie
zijn vaak ook oosterse elementen herken
baar, mogelijk was de westerse beeldtaal te
Grote kraakschotd
met Hollandse
bloemmotieven uit
China, 1635-1645,
diameter 48 cm.
Collectie Stedelijk
Museum Alkmaar
KRAAKPORSELEIN
22 Oud Alkmaar 2013
EEN SCHEERBEKKEN
Scheerbekken op
voetring uit Japan,
ca. 1700, diameter
263 mm. Nierop
collectie
ACHTTIENDE EEUW
Oud Alkmaar 2013 23