waren de eersten!"10
In een interview, afgenomen na de dood
van haar zuster, schetst Sophie Vlaanderen
tevens een meer bitter beeld, één van
sociale uitsluiting. Tijdens de Tweede
Wereldoorlog hadden de zusters goede
zaken gedaan, zoals al eerder is vermeld. Er
werd gefluisterd dat al deze verdiensten
niet op legale wijze konden zijn gedaan, en
dat er sprake moest zijn geweest van
prostitutie.11 Dergelijke laster zou volgens
Sophie de oorzaak zijn geweest dat heren
hun het hofniet durfden maken. "In de
stad kregen we de reputatie, dat we heel
trotse vrouwen waren," zegt Sophie. "Maar
dat was maar schijn. We hiélden onze
trots. Dat is heel wat anders. Om te tonen
dat we niet geknakt waren door al die
roddels." "We gingen nooit uit. Niet naar
de schouwburg of zo, want daar liepen we
de kans die mensen tegen te komen, die
ons vroeger zo beklad hadden."
Diverse in krantenartikelen opgehaalde
jeugdherinneringen laten zien dat de
gezusters Vlaanderen zich wel eens
afgewezen voelden door hun stadsgenoten,
omdat ze uit de toon vielen. Dit staat in
contrast met de status die de dames in
latere jaren, vooral na sluiting van het
atelier, verwierven: juist door hun
opvallende verschijning werden ze een
typisch onderdeel van de Alkmaarse
samenleving en hielpen ze mee aan de
vormgeving van het collectieve zelfbeeld
van hun stad.
Na hun dood in de jaren negentig worden
de dames Vlaanderen nog altijd levendig
herinnerd door veel inwoners van
Alkmaar, en zoals blijkt, in de wijdere
regio. In het meest recente, postume
'mediaoptreden' van de dames ligt de
nadruk minder op hun karakteristieke
verschijning in het straatbeeld dan op het
fotografische ambacht dat ze uitoefenden.
In 2008 introduceerde de Alkmaarder
Courant een rubriek gewijd aan de
portretten van de studio Vlaanderen. Niet
alleen was dit een manier om tenminste
een fractie van de collectie te ontsluiten,
het genereerde bovendien een reeks
herinneringen aan de werkwijze van de
gezusters: hoe ging het er aan toe in de
studio Vlaanderen? Het bleek vaak een
uitstapje op zichzelf. Uit de reeks herin
neringen blijkt dat niet alleen Alkmaarders
maar ook veel inwoners uit omliggende
gemeenten naar Tonny Vlaanderen
kwamen om een portret te laten maken
vanwege een speciale gelegenheid, vaak
een familiejubileum. Een van de
terugkerende thema's in deze opgetekende
herinneringen is de lange voorbereiding
die Tonny Vlaanderen nam. Vooral bij
groepsportretten leek het eeuwig te duren
voordat alle personen juist gesitueerd
waren. Tonny was heel streng en precies in
het geven van aanwijzingen, zoals de
kijkrichting waar je je aan moest houden
als geportretteerde, en het feit dat je
doodstil moest blijven zitten, soms in een
wat oncomfortabele houding. En niet
lachen - hetgeen in de herinnering van
sommige geportretteerden alleen maar
moeilijker werd omdat Tonny zo streng en
serieus was.
Uit deze herinneringen blijkt nog eens hoe
nauwgezet en serieus Tonny Vlaanderen
bezig was met haar vak. En met diezelfde
toewijding en met een zelfde verlangen
naar controle tot in de details hield zij zich
ook bezig met de beeldvorming over het
fotoatelier van drie generaties Vlaanderen.
Een nostalgische grondtoon is in haast alle
media-uitingen over de dames Vlaanderen
terug te vinden. De hang naar het verleden
lijkt bij beide zusters diepgeworteld en
oprecht; de twee enigszins in zichzelf
gekeerde vrijgezelle dames idealiseerden
gezamenlijk hun jeugdjaren.
Maar ook verschijnt een beeld vol contras
ten: van twee vrouwen die enerzijds
kwetsbaar waren en anderzijds kordaat en
autonoom; vrouwen die een niet weg te
denken onderdeel waren van de Alkmaarse
samenleving en tegelijkertijd sociaal
enigszins geïsoleerd omdat ze 'anders'
waren. En twee vrouwen wier identiteiten
sterk vervlochten leken en die in hun
mediaportrettering onlosmakelijk
verbonden werden, maar waarvan Tonny
vooral de vakvrouw was, gedreven door
passie voor het fotografisch ambacht.
steken de gezusters
Vlaanderen over.
Uitsnede v
J. Elsinga 1980.
Collectie Regionaal
Archief Alkmaar
PORTRETTERING
18 Oud Alkmaar 2013
NOTEN
1 Dit artikel is mede tot stand gekomen op basis van artikelen uit de Alkmaarsche Courant d.d. 17-11-1933,
5-8-1938, 9-11-1940, 2-7-1947, 29-9-1953, 17-9-1960, 22-6-1967, 12-6-1971, 9-2-1973, 3-11-1979, 24-1-1980,
3-3-1986, 10-3-1989, 26-11-1991, 4-2-1994, Alkmaars Weekblad 26-11-1986
2 Gerard Smit, 'Oude vakliefde (honderd jaar atelier Vlaanderen)', Mededelingen NFPV n.3 (1967) 16-17. In de
kopie van het artikel van de gezusters Vlaanderen zelfzijn twee woorden weggekrast, waar vermoedelijk
stond 'mijn broer'. De tekst is verder letterlijk overgenomen in de Alkmaarsche Courant van 12-10-1967.
3 Rob van der Spek en Barbara Cremers, 'Atelier De Rembrandt te Alkmaar', Photohistorisch Tijdschrift 1984-2,
pp 12-14.
4 Zie voor een inventarisatie op basis van Alkmaarse adresboeken: P. Boer, Alkmaarse fotografen in de 19e
eeuw, Alkmaarsjaarboekje (9) 1973, 124-136.
5 Uitzending 11-11-1979 (producer Ted Mooren en regisseur Juri Voogd).
6 Programma 'Onder de mensen' van Kees Brusse en regisseur Leo Janssen (TROS). Twee uitzendingen,
za 25 januari en za 2 feb.
7 Tussen de persoonlijke eigendommen van de dames Vlaanderen, bewaard in het Stedelijk Museum, bevin
den zich de trofeeën die beide zussen hebben gewonnen met hun deelname aan de schoonheidswedstrijden.
8 Deze opnamen, vermoedelijk uit 1940, werden uitgezonden in de TROS radio-uitzending.
9 Varooi 26-11-92
10 Gerard Smit, 'Oude vakliefde', Mededelingen NFPV n.3 (1967) 16-17.
11 Telegraaf 7-8-93