Cadetten op portret, warme chocolademelk. Ter gelegenheid
Foto T. Vlaan- van de samenkomst had Tonny Vlaanderen
deren, ca. 1922.. oude foto's opnieuw afgedrukt en
Collectie Regionaal opgehangen in de zaal waar de oud-ca-
Archief Alkmaar detten zich verzamelden. In 1973 was er
opnieuw een reünie van oud-cadetten, en
wederom figureerden de dames Vlaan
deren prominent in het krantenverslag
met een foto.
Tonny en Sophie Vlaanderen kenden de
jonge cadetten uit hun jeugdjaren: toen de
school verdween uit Alkmaar waren ze
rond de twintig jaar oud. Daarom is de
cadettenschool een verbinding tussen twee
belangrijke thema's die steeds weer
terugkomen in de berichtgeving over de
dames Vlaanderen, enerzijds de reeds
behandelde nostalgische behandeling van
het verleden en anderzijds de ongehuwde
status van beide gezusters en allerlei, soms
tegenstrijdige, morele en sociale connota
ties die verband houden met hun
maatschappelijke positie als twee alleen
staande zusters die hun hele leven
samenwoonden.
CONTRASTEN
Eén zo'n (schijnbare) tegenstelling is de
nadruk in de berichtgeving op de in
zedelijk opzicht onberispelijke levenswan
del van beide dames, gecombineerd met
hun toch enigszins mondaine inslag. Zeker
in de tijd van hun jeugd waren de zussen
behoorlijk vrijgevochten. Ze deden mee
aan de schoonheidswedstrijden van het
wereldse tijdschrift Het Leven en wonnen er
zelfs prijzen mee.7 Naar eigen zeggen
gebruikten ze als eersten in Alkmaar
make-up. Het leverde hen de hoon van
sommige stadsgenoten op, die de opge
maakte dames wel eens 'een zak meel'
achterna wierpen. "Men zei dat we in
doorzichtige blouses door de straten
gingen, maar dat is niet waar. We hebben
nooit doorkijkkleding gehad."
Tonny had eigenlijk revuester willen
worden. Tijdens een interview in 1991
herinnerde ze zich nog levendig een
bezoek uit haar jeugdjaren aan een
voorstelling met cabaretster Fien de la Mar
in café Lievendag. Ze kende de tekst nog:
'Lieve kleine pop van mij, oh wat ben ik
blij, dat je al zo aardig groeit en stoeit met
mij.' Er zijn ook nog opnamen op een
Pathéfoon 78 toerenplaat waar Tonny
Vlaanderen het 'negerlied Blanky' uit de
operette Madorah zingt.8
De creatieve ambitie van Tonny kwam niet
alleen tot uitdrukking in de kleding, of de
aspiraties om fotomodel of revuester te
worden, maar ook op het terrein van haar
beroep. Haar inzending bij een interna
tionale fotosalon van de Fotografische
Kunstkring in 1947 leverde haar een
eervolle vermelding op.
In hun eigenzinnige verschijning legden
de gezusters sterk de nadruk op hun
16 Oud Alkmaar 2013
verzorgde uiterlijk. In een portret uit 1960
opgetekend door een lokale journalist
verklaarde Tonny dat ze hun eigen kleding
maakten en ook elkaars kapsel verzorgden.
Later waren ze ook vaste klant bij modezaak
Bonneterie te Amsterdam. Uiteindelijk
werden de dames vooral beroemd in
Alkmaar vanwege hun modieuze
uitdossingen met bijpassende hoedjes.
ONGEHUWDE STAAT
Volgens Tonny was hun ongehuwde staat
ook een direct gevolg van hun uiterlijke
verschijning en gedrag. 'We waren te
artistiek voor deze stad en zeker voor de
jongens.' De ironie wil dat de zussen in
hun leven zelden diezelfde stad verlieten
waar zij zich kennelijk soms zo onbegre
pen voelden. Ze bezochten nooit het
buitenland, Alkmaar was het centrum van
hun wereld. Vlak voor hun dood spraken
de gezusters wat vrijer in de openbaarheid
over dit gevoelige onderwerp. Tonny
vertelde een verslaggever van Het Parool
dat ze eens haar liefde gevonden leek te
hebben, een cadet zowaar.9 Maar hij
vertrok naar Indië zonder zich met haar te
verloven en toen hij terugkeerde, was
Tonny te gekrenkt om hem nog terug te
nemen. Ook vertelde ze toen hoe in het
gezin werd omgegaan met gevoelens van
'vurige liefde': "Een emmer water erover
heen, dat frist op. En als we zelfeens
wat te opgewonden dreigden te worden,
hield [onze moeder] ons altijd voor: 'Er is
toch niks aan.' Moeder heeft ons altijd
goed bewaakt." Het feit dat beide dames
zich gedurende hun gehele volwassen
leven geheel autonoom konden redden
zonder mannelijk gezinslid (vader, broer,
echtgenoot), wordt overigens nergens
expliciet genoemd in de uiteenlopende
media-uitingen.
UITZONDERING
Het beeld dat hieruit ontstaat is dat van
twee vrouwen in een sociale uitzonderings
positie. De dames, en dan met name
Tonny, lijken deze positie te verklaren uit
hun eigenzinnigheid, een mondaine
instelling die gemarkeerd werd in hun
uiterlijke verschijning. Dat deze sociale
positie al ver terugging, wordt geïllu
streerd door de jeugdherinnering die Tonny
ophaalde in 1967: "Ze noemden ons hier
lichtzinnig, verkwistend, want maandag
dan deed m'n vader niks, dan gingen we,
in de goeie tijd, met de landauer naar
Bergen, en zij (Sophie) onderin, want ze
mocht natuurlijk niet van school. Dan
zaten we de hele dag aan het strand, we
Foto naar glas
negatief. Collectie
Stedelijk Museum
Alkmaar
Oud Alkmaar 2013 17