Het is dus een kerk die in de katholieke
traditie haar eigen onafhankelijke weg is
gegaan. De oude Latijnse liturgie werd in
1910 afgeschaft en vervangen door
erediensten in de moedertaal. De heiligen
kalender werd ingekort en kreeg meer
heiligen van lokale bodem. Ten aanzien
van ethische vragen heeft de kerk altijd een
sterke nadruk gelegd op de eigen verant
woordelijkheid en het geweten van de
gelovige zelf Het verplichte celibaat is
sinds 1922 afgeschaft en sinds het eind van
de twintigste eeuw is het priesterambt ook
opengesteld voor vrouwen. Homoseksuele
relaties en tweede huwelijken kunnen
kerkelijk ingezegend worden. Een
dergelijk progressieve opstelling maakt de
toenadering tot Rome toch weer moeilijk,
ondanks het belang dat gehecht wordt aan
sterke oecumenische banden.
Hoewel Alkmaar vanaf 1573 officieel
protestants was, bleven vele Alkmaarders
het katholieke geloof trouw. In de
zeventiende eeuw was er een rijk rooms-
katholiek geestelijk leven, met meerdere
schuilkerken. Sinds het begin van de
achttiende eeuw zijn er ook in Alkmaar
oudkatholieken geweest, maar het waren
er altijd maar weinig. Volgens het
gemeentejaarvers lag van 1851 waren het er
achttien. Twintig jaar later was hun aantal
gestegen tot iets onder de 30. Omstreeks
1916 telde men er in Alkmaar en omliggen
de dorpen 56. Al die tijd waren Alkmaarse
oudkatholieken aangewezen op Egmond,
waar vanouds een grote oudkatholieke
parochie was rond de kerk van de Heilige
Agnes.
Pas in de oorlogsjaren is de Alkmaarse
gemeenschap sterk gegroeid. Dat gebeurde
vooral toen in het najaar van 1942 mensen
uit de kustdorpen moesten evacueren, dus
ook de inwoners van Egmond aan Zee. Veel
van die gezinnen kwamen in Heiloo,
Limmen of Alkmaar terecht. De Alkmaarse
oudkatholieken vonden vanaf oktober 1943
met hun geloofsgenoten uit Egmond en
Den Helder onderdak in de Lutherse kerk
op de Oudegracht. Zon 220 mensen
woonden daar de eerste dienst bij door de
Egmondse pastoor Van Zanten.
Na de oorlog keerden velen terug naar hun
woonplaats, maar niet allemaal, waardoor
de groep oudkatholieken groeide. In 1947
wees de volkstelling uit dat de parochie 54
mannen en 93 vrouwen telde. Voldoende
in ieder geval om te werken aan een eigen
Alkmaarse parochie, die op 25 juli 1949 in
de consistoriekamer van die Lutherse kerk
werd opgericht. Het werd de parochie van
de Heilige Laurentius, de stadspatroon van
Alkmaar die zijn naam ook heeft gegeven
aan de Grote Sint Laurenskerk en de
rooms-katholieke Laurentiuskerk aan het
Verdronkenoord. Een dergelijk groot
kerkgebouw was echter voor de kleine
parochie niet weggelegd. Van t95t tot 2993
kon men voor de diensten gebruik maken
van een huiskapel in de Emmastraat, met
de bijnaam 'Onze Lieve Heer en suite'. In
1956 werd de parochie te groot om vanuit
Egmond bediend te worden en kreeg
daarom een eigen pastoor, A.R. Heyligers.
Vanaf het begin was het een echte
regioparochie: de parochianen kwamen uit
de wijde omtrek van Alkmaar. Sinds 1980 is
VAN EGMOND NAAR ALKMAAR
NASSAULAAN 43
60 Oud Alkmaar 2012