Vervolging van remonstranten rond 1620
1
Emmy Reijngoud
In het Regionaal Archief in Alkmaar ligt een manuscript van een 'onbekende'. De titel is
Memorye en het beschrijft de vervolging van remonstranten in Alkmaar van oktober 1618
tot maart 1621
Schoolplaat
van de Synode
van Dordrecht,
getekend door G.
Van Hove, 1911.
Aan het begin van de zeventiende eeuw
voerden onze Zeven Provinciën en Spanje
al meer dan 30 jaar een godsdienstoorlog.
Aan beide kanten behaalde men maar
kleine successen, terwijl de oorlogsellende
groot was. Men startte vredesonderhande
lingen, die nooit konden slagen omdat
Spanje de vrije uitoefening van de
katholieke godsdienst belangrijk vond,
maar voor het inmiddels voornamelijk
calvinistische noorden was dat onaan
vaardbaar. Men werd het eens over een
bestand, dat van 1609 tot 1621 zou duren.
Een rustige, herstellende tijd zou moeten
aanbreken, maar niets was minder waar.
Onder de calvinisten bestonden al langere
tijd twee stromingen. Er waren preciezen,
geleid door Gomarus, die dachten dat alles
voorbestemd of gepredestineerd was. En er
waren vrijzinnige rekkelijken, geleid door
Arminius, die de vrije wil erkenden. Onder
de Gomaristen bevonden zich voornamelijk
'kleyne luyden'. De Arminianen vertegen
woordigden een deel van het volk en de
bestuurlijke klasse, die sterk vertegen
woordigd was in het kerkelijk bestuur.
Hun geschil werd uitgedragen op de
kansel.
De Arminianen waren bijna overal in de
minderheid, maar zij dachten hun positie
te kunnen verstevigen door in 1610 een
'Remonstrantie', een verzoekschrift om
tolerantie in te dienen bij de Staten van
Holland. De Gomaristen brachten daarop
een 'Contra-remonstrantie' uit, waarin om
een Nationale Synode, een kerkvergade
ring, werd gevraagd. De twee partijen zijn
verder als remonstranten en contraremon
stranten de geschiedenis ingegaan.
Er ontstond flinke onrust tussen beide
partijen. De Staten van Holland wilden
geen synode en bepaalden dat de steden
huursoldaten in dienst zouden mogen
nemen om in te grijpen als dat nodig zou
zijn. De Staten Generaal van de Republiek
zagen daardoor de eenheid van het leger in
gevaar komen en vroegen de stadhouder,
prins Maurits, maatregelen te nemen om
'de ware gereformeerde religie' te bescher
men. De remonstranten moesten het veld
72 Oud Alkmaar 2012