Van Huyswaert.
Kaeskoppenstad 2012
Ter gelegenheid van het veertig
jarig bestaan van de Huiswaard,
de eerste stadswijk van Alkmaar
ten noorden van het kanaal, is
een handzaam en heel aardig
boek uitgegeven. Met veel foto's
wordt het verhaal verteld van het
gehucht Huyswaert in de zes
tiende eeuw, het oude agrarische
gebied van 50 jaar geleden en
de bouw van en het wonen in de
wijken Huiswaard I en Huiswaard
II. Onder meer interviewde Bob
de Mon daarvoor een aantal van
de allereerste bewoners, terwijl
mede-auteur Cock de Vries ook
ervaringen van huidige bewoners
en bedrijven optekende. Het boek
van 112 pagina's is voor hooguit
€4,99 verkrijgbaar bij verschil
lende winkels in de wijk zelf of bij
een boekwinkel in de stad.
Nu al voor het vijfde jaar was het op een mooie zaterdag en zondag
in juni een drukte van belang in Alkmaars binnenstad. Lange rijen
belangstellenden moesten voor de brug over de Mient naar de
Fnidsen wachten tot ze voor hun schamele twee euro toegang
kregen tot het Alkmaar van rond 1600. Iets naar rechts leek op de
Platte Stenen Brug de Rootoren nog in volle glorie te staan, terwijl
die toch al in 1573 door de Spanjaarden kapotgeschoten was. En
naar links kijkend kon men bij het water langs het Waagplein een
door een tredmolen aangedreven kraan ontwaren. Menig vrijwilliger
die zich daar liet optakelen of, wat nog erger was, zich liet
neerzakken tot vlak boven het water, keek niet zo enthousiast als
Jan Roobeek gekeken moet hebben bij het bedenken en vervaardi
gen van dit middeleeuwse werktuig.
Eenmaal binnen viel het nog niet mee in de smalle straatjes van het
oostelijk stadsdeel je weg te vinden. Regelmatig werd je pad gekruist
door deftig geklede dames en heren, die je met een hautaine blik
dwongen opzij te gaan. Nog vaker waren het bedelaars en ander
gespuis, die jou juist het liefst wel wilden aanraken, maar er zo vies
uitzagen, dat je vanzelf aan de kant ging.
Op sommige plaatsen werden andere activiteiten ontplooid. Langs
het Luttik Oudorp kon je een lijnbaan aantreffen, waar in het
algemeen zeer jeugdige werknemers aan het wiel mochten draaien
om touwen te vlechten. In de Sint Annastraat waande je je het
ene moment bij een vrolijke bruiloft en een andere keer was het
ineens 1637 en mocht je blij zijn, dat je niet voor 5000 gulden een
optie op een tulpenbol had gekocht, waarvan nog maar afgewacht
moest worden of je die ooit zou krijgen en of die dan ook tot bloei
zou komen. Gelukkig kon je hier voor veel minder wel een bosje
hedendaagse tulpen kopen.
Ook langs het Verdronkenoord was van alles te doen. Op het water
kwamen niet alleen rondvaartboten voorbij, af en toe passeerde
een boot met een kist waarin een mogelijk aan de pest bezweken
stoffelijk overschot lag, beweend door wat nu wel een wees zou
zijn. Het is wel opmerkelijk dat in datzelfde water ook nog gewoon
de was gedaan werd. Gelukkig had op het pleintje achter de
Kapelkerk dokter Pieter van Foreest zijn praktijk gevestigd,
zodat er eigenlijk niets mis kon gaan. Hoewel, niet al zijn
medewerkers oogden even bekwaam. En of ook het "Dolhuis"
daar thuishoorde? De daarin opgesloten gekken werden niet
geacht ooit nog beter te worden en dus mocht je vroeger op
zondag tegen betaling het dolhuis bezoeken. Met moeite heb
ik de neiging kunnen onderdrukken om, zoals onze voorou
ders deden, met een stokje door de tralies te prikken, zodat
de ongelukkige dames tot de vreemdste danspassen werden
gedwongen. Veel te lachen was daar dus niet, maar alles met
elkaar kunnen figuranten, organisatoren en bezoekers ook dit
jaar weer terugkijken op een leuk en geslaagd evenement.
Oud Alkmaar 2012 53