yt mJB?? As^A V7$S
Kaartjevanhet
kerstdiner 1/88,
Familiearchiefvan
Foreest nr. 238]
'Haare Koninglyke Hoogheid' met
zeventien namen van bestuurders die Voor
altoos' uit openbare ambten werden
geweerd. Bovenaan stonden de vijf leden
van de Commissie inclusief Foreest; ook De
Kempenaar stond erop.15 De Commis
sieleden Blok en De Witt voegden zich
direct bij de duizenden vluchtelingen in
Vlaanderen en Frankrijk.
Op 15 februari 1788 publiceerden de Staten
van Holland hun 'Placaat' waarin zij
'volkomen Amnestie en Vergiffenis'
beloofden aan allen die waren 'misleid',
'*-T' ^-*-4T
maar niet aan de 'aanstookers'. Het was
een bedreiging met gerechtelijke vervol
ging aan allen die aan de patriottische
politiek en verdediging hadden
meegewerkt. Wie zijn schuld betwijfelde
had de mogelijkheid zich binnen drie
maanden 'aan Ons te adresseeren met
speciaal verzoek om mede in de amnestie
begreepen te worden'.1^
De Kempenaar, die Foreest driekwart jaar
eerder had overgehaald om in de Commis
sie te stappen, ziet mogelijkheden, wellicht
ook voor zichzelf Met duidelijke toespelin
gen op het Placaat schrijft hij zijn zwager
elf dagen later een brief
"Het zoude Mama, en ons, ja de gansche
familie het grootste plaisier doenindien
Uhwgb. zoude kunnen goedvinden Sig aan
de Staaten van Holland te adresseren om
mede onder de amnestie begreepen te
zijn... Ziet in Uw eige gemoed te gaan, en
er uw Zelfs van te overtuigen, dat het zoo
hoog noodzaakelijk is, indien Uhwgb. Sig
zelfs, uw vrouw, kindniet wilt ongeluk
kig maaken en veroorsaaken om als een
balling, denkelijk ontbloot van veel
tijdelijk bestaan, akelig in een ander land
te moeten gaan.
Foreest heeft zijn concept-antwoord
bewaard, dat ietwat bitter ingaat op de
gladde bewoordingen van zijn zwager. Het
biedt een zeldzaam inzicht in de integere
motivatie van deze overigens zo discrete
bestuurder.
"Hoezeer ik ook altoos genegen ben en
blijve om Moeder en de gantsche familie
plaizier te doen, hoop ik, dat het mij niet
qualyk zal genoomen worden, dat ik in dit
geval aan UwEdMog. verzoek niet voldoen
kan. Wanneer ik in mijn gemoed ga, dan
verzeekerd mij hetzelve, dat ik geene
50 Oud Alkmaar 2012