leverde. Uiteindelijk belandde het
ongepubliceerd in de bibliotheek op Nijen-
burg. Twee maanden na het incident gaf
de Commissie wel een deelrapport uit in
druk, dat zich ook in het archief bevindt.
Op 28 juni t/87 kwam het bericht dat in
Haastrecht 'tegen drie uuren des namid
dags eenige relais Paarden besteld waren
voor een aanzienlyk Personagie'. De grote
publieke belangstelling daarvoor was
verdacht vanwege het geregeld uit
brekende Oranje-oproer. De Commissie
toog erheen met twee eenheden cavalerie,
onder meer een te Woerden gelegerd
detachement van het regiment Hessen-
Philipsthal. Iedereen die de rust in de
provincie zou kunnen verstoren moest
worden aangehouden. Welk 'aanzienlijk
personagie' zou het zijn?
"Omtrent ten zes uuren des avonds bekwa
men Wy tot Onze verwondering tyding
dat hare Koninglyke Hoogh. Mevrouw de
Princes van Oranje, komende van Schoon
hoven, aan den Dyk by Haastrecht,
rydende in eene Koets was aange
houden. Wy begaven Ons danverzeld
met een Detachement van twintig Man
van het zelfde Regiment van Hessen-
Philipsthal, (op hoedanige wyze Wy Ons
voor en na dien tyd te meermaalen,
wanneer het nodig was, hebben doen
escorteren,) naar de Goejanverwelle-
Sluis."7
Daar aangekomen vroegen de Commissie
leden de prinses wat het oogmerk was van
deze onaangekondigde reis, terwijl de
prins met zijn leger tegenover Utrecht lag.
Zij antwoordde 'dat haar oogmerk goed
was, maar dat de Heer Prins van Oranje
vele onrechtvaardigheeden had onder
gaan'. De Commissie vertrouwde het niet
en verzocht de prinses terug te keren naar
Nijmegen. Zo meende zij 'in dit criticq en
delicaat geval' correct te handelen.
In tegenstelling tot aanvankelijke uitingen
van de prinses moest de Commissie echter
Schoolplaat van de
aanhouding van
Wilhelmina bij
Goejanverwellesluis
Oud Alkmaar 2012 45