drooglegde en de Afsluitdijk bouwde.
Beide projecten zetten Nederland weer op
de kaart als land van waterbouwers en het
leverde Ringers in 15*30 een eredoctoraat in
Delft op. De Duitse bezetting in mei 15140
bracht Ringers in een bijzondere positie. Al
direct werden plannen gemaakt om
Rotterdam en andere getroffen plaatsen
weer op te bouwen en andere oorlogs
schade te herstellen. Grote man daarachter
werd Ringers, de 'Regeringscommissaris/
Algemeen Gemachtigde voor den
Wederopbouw en de Bouwnijverheid'. Hij
was in zekere zin (onbezoldigd) in dienst
van en nam de honneurs waar voor de
Nederlandse regering in ballingschap en
onderhandelde met de bezetters.
Ringers bleef een 'goede vaderlander'. Hij
nam deel aan het verzet door bijvoorbeeld
rapporten over de Rotterdamse haven naar
Engeland te sluizen, maar vooral in het
Nationaal Comité, dat zich voornam na de
oorlog het gezag in Nederland waar te
nemen totdat de parlementaire democratie
weer hersteld zou zijn. Ringers was de
beoogde 'Tijdelijk Bevelhebber', die het
bevrijde land zou moeten behoeden voor
chaos.
De groep werd in april 15143 echter
verraden en Ringers werd met 150 anderen
gevangen gezet in het Oranjehotel in
Scheveningen en kwam uiteindelijk
terecht in concentratiekamp Sachsenhau-
sen. Hoewel hij als vooraanstaand en
gerespecteerd man een 'redelijke' behande
ling kreeg, zou de zogenaamde Dodenmars,
twee weken voor het eind van de oorlog,
hem toch breken. Na de vreselijke
ontberingen zou hij nooit meer de oude
worden. Volgens Pollmann leed Ringers na
de oorlog aan een postconcentratiekamp-
syndroom.
In het eerste naoorlogse kabinet (Scher-
merhorn-Drees) werd hij minister van
Openbare Werken, een groot ministerie
waaronder ook Waterstaat en Wederop
bouw vielen. Maar zijn politieke loopbaan
zou niet lang meer duren. In november
15*46 trad hij af wegens ziekte en onover
brugbare meningsverschillen over de
Nederlandse Indonesiëpolitiek (hij vond de
Republiek Indonesia nog niet klaar voor
onafhankelijkheid). Hij was meer ambte
naar dan politicus en was bovendien zijn
buigzaamheid verloren. Ringers' aftreden
werd alom betreurd, maar hij bleef
betrokken bij veel zaken, zoals de Delta
werken, en reisde veel. Voor deze wereld
burger was Alkmaar slechts de stad waar
zijn familie woonde. Hij overleed in 15*65.
De levensbeschrijving van Johan Ringers is
tegelijkertijd een geschiedschrijving van
Nederland in de eerste helft van de
twintigste eeuw. Bijna iedere Nederlander
die ertoe deed kruiste vroeg of laat wel
Ringers' pad, van Anton Mussert tot
Willem Drees. Ondanks of misschien wel
dankzij de vele functies, activiteiten en
connecties van Johan Ringers, is het Tessel
Pollmann gelukt een heel goed leesbaar
boek te schrijven over het leven van deze
beroemde Alkmaarse zoon.
Tessel Pollmann, Van Waterstaat tot Wederopbouw - het leven van dr. ir. J.A. Ringers
(1885-1965). Uitgeverij Boom, Amsterdam 2006.
EIND AAN EEN CARRIÈRE
Oud Alkmaar 2012 41