Een tweede ooggetuige van het Beleg ALKMAAR, Harry de Raad Iedere Alkmaarder die enigszins vertrouwd is met de stadsgeschiedenis kent het ooggetuigenverslag van Nanning van Foreest over het beleg van Alkmaar in 1573. Veel minder bekend is het feit, dat er nog een ander uitgebreid ooggetuigenverslag bewaard is gebleven. Dit andere verslag is slechts een keer in druk verschenen en wel in 1739, toen het werd opgenomen achter een nieuwe uitgave van het verslag van Nanning van Foreest.1 De tekst heeft als titel: "Aantekeningen ge maakt by een ooggetuige ten tyde van 't Beleg van Alkmaar 1573." Dit andere ooggetuigenverslag lijkt op het eerste oog veel op dat van Nanning van Foreest. Flet bevat evenals het laatstge noemde een chronologische opsomming van wat er iedere dag zoal gebeurde. Wel is het nieuwe verslag veel korter dan dat van Van Foreest. In de uitgave van 1739 telt het nieuwe verslag 39 bladzijden en dat van Van Foreest 78. Is in het verslag van stadspensionaris Nan ning van Foreest duidelijk een bestuurder aan het woord, die veel aandacht heeft voor strategische overwegingen en ach tergronden, in het nieuwe verslag spreekt daarentegen een man van de straat, die de gebeurtenissen in de stad meer van nabij meemaakte. De auteur heeft veel oog voor het menselijke aspect en de anekdote. FFet verhaal van het beleg komt bij hem daar door veel meer tot leven dan bij Nanning van Foreest, die alles zo sober en feitelijk mogelijk meedeelt. Een klein voorbeeld. Foreest verhaalt over diverse Alkmaarse slachtoffers van het beleg. Hij doet dat beknopt en zakelijk. Lees maar hoe hij het verhaal doet van de dood van stadsbode Pieter Buser op vier oktober 1573: "Op desen selfden dach als Pieter Buser, stadts roedra ger, over den muer in den viants leger bij avontueren overkeeck, so heeft hem een Spangiaert met een buscloot in den cop gheschoten, ende is terstont ter aerden doot gevallen." FLoe anders wordt in het nieuwe verslag de dood van een borstelmakersdoch ter tijdens het beleg uit de doeken gedaan: van de Belegering van Welke de Spanjaard na zeeven weeken met zyne groote fchaade en fchande heeft moeten opbreeken in het Jaar 1573. Door Mr: NANNING van FOREEST van Alkmaar, indien tyd Raad en Penfionaris dcrzelver Stad. Uit het Latyn Vertaalt. Waar by koomen de onuitgegeeve AANTEEKE NI N G E N Van een ander Oóg^yjuigeh. Te II A A R L E By JOHANNES MARSHÓORN en pieter van assendelft Boekverkoopcrs 1739. Titelpagina van de eerste uitgave van de beide ooggetui genverslagen van het beleg in 1739. Collectie Regionaal Archie/ ANDER PERSPECTIEF Oud Alkmaar 2012 17

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2012 | | pagina 19