voorbeeld voor Ooms. Links beelden ze
werkzaamheden van agrariërs op het land
uit, en rechts arbeid van de stedelijke be
volking van Alkmaar: kaasdragers, handel,
bouw en industrie. De bedoeling hiervan
is doorgaans: tijdens vrede is zowel op het
platteland als in de stad weer arbeid, vee
teelt, handel en industrie mogelijk, met als
resultaat welvaart voor iedereen.
Het raam wordt in het onderste register
besloten met links het wapen met de
bijen van burgemeester jhr. mr. F.H. van
Kinschot (1899-1985), die van 15)34-1942 en
van 1945-1946 burgemeester van Alkmaar
was. Het wapen met de ringen rechts is
van F.H. Ringers, voorzitter van het Bevrij
dingscomité en de schenker van het raam.
De loodtraceringen van het raam zijn
Bogtman-achtig strak en symmetrisch.
We zien enkel in het midden ronde lood
lijnen, die met het witte glas wolken rond
het tafereel in het midden suggereren.
Hiermee wordt direct de aandacht gericht
naar het belangrijkste tafereel, het planten
van de meiboom of oranjeboom.
Hoewel correspondentie met de kunste
naar over de inhoud van de opdracht niet
bekend is, zal deze geluid hebben: 'Plant
den Meiboom. Verbreek de ketenen'.
Dit symbolische thema, ontleend aan het
openluchtspel, is te lezen in krantenartike
len en brieven over het raam.
In de beeldbank van het Regionaal Ar
chief te Alkmaar is de kleurige aquarel te
bewonderen, door kunstenaar Jan Ooms
(1915-1975) geschilderd als voorschets van
het raam. De maat van zo'n schets is door
gaans 1:10 in verhouding tot het raam.
De schets, in het Latijn 'vidimus' (wij heb
ben gezien), is bedoeld om aan de schenker
ter goedkeuring voor te leggen. Na opmer
kingen van de opdrachtgever zijn er nog
veranderingen mogelijk. Daarna werd de
ingewikkelde techniek van het brandschil
deren in gang gezet. De schets is twee maal
nagetekend op ware grootte (het carton) en
uitgeknipt. Vervolgens zijn de verschillend
gekleurde stukjes glas gesneden langs de
mallen. Hierna heeft Ooms de tekening
op het glas overgebracht en dit boven een
lichtbak met grisaille beschilderd. Het glas
is in de oven gebakken, de stukjes glas in
loodstrips gevat en de vier panelen die zo
ontstonden zijn ten slotte wind- en water
dicht gekit.
Maar eerst werd de aquarel door het
bevrijdingscomité en burgemeester en
wethouders beoordeeld, en mogelijk pas
goedgekeurd na toepassing van enkele
veranderingen. Helaas beschikken we niet
over correspondentie met de kunstenaar.
Toch blijkt uit vergelijking van de schets
met het uiteindelijke raam dat er enkele
veranderingen zijn toegepast. Mogelijk
heeft Ooms kritiek gekregen op het 'neu
trale' stadje dat hij bovenin de voorschets
had geschilderd. Enkel de Alkmaarse waag
is enigszins te herkennen, de andere torens
niet. Glazenier Willem Bogtman had op
zijn Lutherraam (1942) in de Kapelkerk ook
zo'n onherkenbaar stadje geschilderd. Dit
maal wilde men de stad Alkmaar duidelijk
herkenbaar op het raam zien. Ooms heeft
vast een plaatje als voorbeeld gekregen en
is er uiteindelijk in geslaagd de waagtoren,
de stadhuistoren en de Grote Kerk dui
delijk weer te geven. Ook de kaasdragers
waren niet aanwezig op de oorspronkelijke
schets maar komen wel op het raam voor.
Het kleurige ontwerp heeft dus een
'Alkmaarse' aanpassing gekregen.
Verder zal men wel ingenomen zijn
OPDRACHT EN ONTWERP
Oud Alkmaar 2012 13