digd door lelijke dingen over diens moeder
te zeggen en door bij herhaling zijn ontblo
te achterwerk te tonen als teken van min
achting. Behalve stenen leveren, moest hij
ook op bedevaart naar 's-Gravenzande, 15
gulden boete betalen, openlijk vergiffenis
vragen aan het gerecht en kreeg hij ontslag
uit de schutterij. Dit alles op verbeurte van
zijn rechterhand. Zo zien we hoe een straf
wel uit vier of vijf onderdelen kon bestaan.
Ook verplichte offers aan de kerk, in de
vorm van zware waskaarsen, waren zeer
gebruikelijk als strafonderdeel. Dat was dan
vaak weer gekoppeld aan het verplicht voor
gaan in de hoogmisprocessie en het open
lijk belijden van schuld en vragen om
vergiffenis voor het misdrijf, op de knieën
voor het altaar. Ten slotte kende Alkmaar
als publieke straf het "met de steenen
lopen". Daarbij moest de veroordeelde met
twee zware stenen aan een juk een paar keer
om de kerk lopen, of door de Langestraat
vanaf het stadhuis naar de "roode steen" op
de Mient en terug. Veel Nederlandse steden
kenden deze schandstraf die meestal voor
vrouwen bestemd was.
Al met al meen ik dat deze vonnissenreeks
ons veel leert over enkele belangrijke aspec
ten van het openbare leven in een kleine
Hollandse stad in de zestiende eeuw, en
over de strafrechtspraktijk in het bijzonder.
Als we ons even beperken tot de 'gewone'
criminaliteit, dan zien we dat gemiddeld
één doodstraf per twee jaar werd voltrok
ken, en één lijfstraf per jaar. Er was dus
geen doorlopende voorstelling van gruwe
lijke straffen zoals ons door sommige popu-
larisators wel eens wordt voorgespiegeld.
Daar staat tegenover dat door de ketterver
volgingen het gemiddelde van de dood
straffen tijdelijk omhoog vliegt in de jaren
tussen 1535 en 1544. We mogen veronder
stellen dat ook op de tijdgenoten dit een
heel diepe indruk gemaakt zal hebben, mis
schien ook bijgedragen heeft aan een norm
verschuiving waarbij een mensenleven
minder telde, ofjuist aan grote afschuw van
bemoeienis van hogerhand
We hebben ook gezien dat de schepenen
vaak genade voor recht lieten gelden. In de
vonnisteksten kunnen we 48 keer lezen dat
"scepenen meer geneycht syn tot barmher-
ticheyt dan tot strencheyt ende rigeur van
justicie", of woorden van gelijke strekking.
Vooral eerste overtreders, vrouwen en sim-
pelen van geest profiteerden van deze lank
moedigheid.
Samenvattend mogen we zeggen dat de
vonnissen van de Alkmaarse schepenrecht
bank aansluiten bij wat onderzoekers in
enkele andere Zuid- en Noordnederlandse
steden ook al hebben vastgesteld. De straf
rechtspraak was niet bijzonder wreed of
hard. De kettervervolging werd de rechters
min of meer opgedrongen, en voor het pro
bleem van de van stad naar stad trekkende,
meer of minder criminele gelukzoekers had
men geen oplossing.
Dit is een verkorte en ietwat omgewerkte versie van "Stad van justitie of stad van geweld
Misdaad en straf in zestiende-eeuws Alkmaar" in Pro Memorie, bijdragen tot de rechtsgeschie
denis der Nederlanden, 13 (2011), p. 80-95.
VOORZICHTIGE CONCLUSIES
Oud Alkmaar 2011 79