minkende straf kregen. Er werden drie paren ogen uitgestoken, vijf oren werden (half) afgesneden, twee neuzen werden gespleten en drie schouders gebrandmerkt. Het merendeel van deze mensen moest bovendien voor tien jaren of meer uit Alkmaar wegblijven. We hebben hier dus ook met een zware categorie daders te maken die zich vooral aan diefstal, soms meervoudig, soms met geweld, schuldig had gemaakt. Ook vrijwel alle bedelaars en landlopers hoorden hierbij. Verbanning was een geliefd middel van de rechtbank om een tijd van iemand af te zijn. Meer dan 40 mensen werden verbannen uit de stad, waarvan 24 levenslang, twee voor 20 jaar, vijf voor xo jaar en de rest voor kortere termijnen. Voor inwoners van de stad kon dit een zware straf zijn, want ze waren dan gewoonlijk hun werk kwijt, de directe steun van familie of vrienden. Voor beroepscrimi nelen van buiten de stad betekende zo'n straf natuurlijk niet zo veel. Een variant op de verbanning was het verbod de stad te verlaten voor een beperkt aantal jaren. Zes maal werd dit opgelegd, vooral als onderdeel van een genadevonnis. Ook huisarrest kwam voor, en op 27 februa ri 1556 werd de eerste gevangenisstraf uitge sproken over de Alkmaarder Gerryt Jansz: een maand, en als hij de zes gulden boete niet kon betalen twee maanden plus de kosten die op 32 stuivers werden begroot, ook al was het 'te water ende te broot'. Een typisch middeleeuwse straf was de opgelegde bedevaart. De veroordeelde was dan verplicht naar een verre bedevaarts plaats te trekken en met een getuigschrift van pastoor of abt terug te komen. De verste bestemming in deze reeks was Rome. Een man die twee ziekenhuismeesters had bele digd en mishandeld moest helemaal daar heen om tot inkeer te komen, op verbeurte van zijn leven. De overige bedevaarten, 15 in totaal, waren voor minder ernstige vergrij pen. 's-Gravenzande met zijn houten Moeder Gods in de Elizabethskerk was een veelgekozen bestemming. Andere bede vaartsoorden lagen in Utrecht, de Zuidelijke Nederlanden en Duitsland. Aan al deze straffen was een boete of een offer aan de parochiekerk toegevoegd. Dat brengt ons bij de laatste grote categorie namelijk de boetes die in geld of in materie uitgedrukt werden. In totaal werden 3 6 geldboetes opgelegd. De meeste daarvan kwamen toe aan de stad, enkele aan de keizer, en een tiental aan de schout. Ik heb echter niet de indruk dat we uit deze von nissen de werkelijke verdeling kunnen afleiden, want vaak staat er helemaal geen begunstigde vermeld, alleen een bedrag. Dat kon variëren van 2 tot 25 ponden Vlaams of) na 1537, Karolusguldens. (Voor een gulden moest in die tijd een geschoold ambachtsman twee dagen werken.) In plaats van geld verplichtten de rechters ook tien veroordeelden tot de levering van een grote hoeveelheid bouwstenen en metsel kalk. Dat was heel gebruikelijk in die tijd en diende voor onderhoud of uitbreiding van de stadsmuren of een openbaar gebouw. De kleinste hoeveelheid was 2000 stenen en een hoed (10001.) kalk, de grootste 20.000 stenen en 10 hoed kalk. Deze massa moest bij voor beeld opgebracht worden door het jonge lid van de schutterij Cornelis Brandjes, die in een dronken bui zijn superieur had bele- VERBANNING IN SOORTEN BOETES 78 OudAlkmaar2oxi

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2011 | | pagina 24