samtBB
Op pagina/]:
uitsnede van
"Het bezoeken
van gevangenen."
Paneel uit "De
zeven werken van
barmhartigheid"
door de 'Meester
van Alkmaar'
1504. Collectie
Rijksmuseum
Amsterdam
wij ls financiële verplichtingen stonden, en
omdat aan vrijwel elke straf een voorwaar
delijk onderdeel verbonden was. Zo werd
bovengenoemde Jaapje Dienaar verbannen
'op verbuerte van sijn rechter hant'. Dit
betekende dat als hij te vroeg van zijn ver
banning terug zou keren, de schout zijn
rechterhand kon laten afkappen. Dat klinkt
heel dreigend, en zo was het ook wel
bedoeld, maar in al die 40 jaren die deze
vonnissen bestrijken, wordt niet eenmaal
een hand werkelijk afgekapt.
Schout en zeven schepenen, soms met een
burgemeester er bij, vormden samen de
rechtbank. De schout was een belangrijk
ambtenaar die door de landsheer, de graaf
van Holland was benoemd. Gewoonlijk was
het iemand uit de Alkmaarse elite of uit de
onmiddellijke omgeving. Dikwijls kom je
de namen Van Foreest, Van Egmond of Van
Teylingen tegen in de lijst van schoutsna
men. Hij was openbaar aanklager en hoofd
van politie tegelijk. Bovendien droeg hij de
kandidaten voor die tot schepen benoemd
konden worden. Zonder hem vond er geen
proces plaats. Zijn inkomen werd voor een
deel verkregen uit boetes die opgelegd
werden en uit goederen die waren ver
beurdverklaard. Maar het grootste deel
kwam waarschijnlijk uit onderhandse rege
lingen met partijen die in een civiel proces
verwikkeld waren, of met verdachten die
een crimineel proces wilden voorkomen.
Deze zogenaamde 'compositiebevoegdheid'
was in alle Nederlandse gewesten en steden
gebruikelijk en werd verleend aan schouten,
baljuws en andere 'officieren'. Alleen voor
enkele zeer zware misdaden gold deze rege
ling niet meer. Maar de Hertog van Alva,
ons allen wel bekend, had zeker een punt
toen hij in 1573 aan zijn koning schreef dat
justitie in de Nederlanden te koop was
'comme l'on vend la viande a la boucherie'
(zoals men vlees verkoopt bij de slager).
De 'compositie' was afkomstig uit oud mid
deleeuws recht, maar gaf dus aanleiding tot
wijdverbreide misstanden die eerst door de
Bourgondische vorsten en later door Karei V
en Filips II enigszins werden teruggedron
gen. Beide vorsten probeerden ook andere
hervormingen in te voeren die er vooral op
gericht waren om ongeschreven gewoonte
recht te vervangen door vaste protocollen,
en de positie van gedaagden in criminele
processen te verbeteren. Dat was geen over
bodige luxe, want wie van een ernstig, 'capi-
taal' of'crimineel' misdrijf verdacht werd,
waarvoor een lijfstraf gevorderd zou kunnen
worden, had bijzonder weinig in te brengen.
In een soort snelrechtprocedure, waarbij ook
tortuur gebruikt kon worden om een
bekentenis te verkrijgen, regisseerde de
schout de rechtsgang. Die eindigde met een
vonnis van de schepenen waartegen geen
beroep mogelijk was.
De werkelijkheid was vaak wat minder hard,
want processen konden onderbroken
worden of de eis kon verzacht worden, bij
voorbeeld als vrienden of familie voldoende
ontlastende getuigen wisten op te tromme
len. Zo werd in Alkmaar een zekere Willem
Henricx uit Utrecht in september 1524 ter
dood veroordeeld omdat hij deelgenomen
zou hebben aan een kortstondige plunde
ring van Alkmaar in 1517, als lid van een
bende Gelderse huursoldaten. Maar we
komen hem een maand later springlevend
tegen in een heilige eed waarin hij verklaart
de schout 6 pond te zullen bezorgen binnen
een jaar, en volgens een nog latere getuige-
Oud Alkmaar 2011
DE RECHTBANK
72