voordeur is voorzien van geometrisch 'Art Deco' glas-in-lood rondom een ovale schil dering van een zeilschip. Daarboven zijn in het kozijn enkele ventilatiegaten uitge zaagd. De wanden van de vestibule hebben een go cm. hoge houten lambrisering met onderaan een wit marmeren plint. Het is nog de originele lambrisering, die in 2009 bij het verwijderen van een latere betim mering weer te voorschijn kwam. De vloer van de vestibule bestaat uit één grote plaat wit/grijs marmer van 1,50 m. breed bij 2,15 m. lang. Tussen de vestibule en de 10 meter lange gang is een tochtpui met geëtste glazen ruiten in de stijl van de Art Nouveau [rond 1900; zie ook de voorplaat). Deze tochtpui is gevuld met helder geëtst glas met ranken en bladmotieven. De doorzwen- kende tochtdeur heeft een geëtst raam met in een cartouche de tekst in Art Nouveau letters: 'Salve'. In het voorste deel van de gang, links na de tochtpui, is de trapop- gang met daaronder een iets verdiepte trapkast. Tegenover de trapkast een inge bouwde muurkast, die, heel vreemd, deels in de muur van het huurpand nr. 71 blijkt te zijn ingebouwd. De 90cm. brede gang is bedekt met wit/grijs marmer. De glas-in-lood bovenlichten in de gevel [Art Deco, begin 1920) en de tochtpui in de vestibule [Art Nouveau, rond 1900) zijn modernere decoraties uit het begin van de twintigste eeuw. De overige decoraties in de woonkamers zijn uitgevoerd in de toen nog gangbare stijl van de neorenaissance. Deze stijl uit de late negentiende eeuw grijpt terug op de periode van de Renaissance, de wedergeboorte van de Klassieke Oudheid in de zestiende, en de Gouden Eeuw tijdens de zeventiende eeuw Suitedeuren. FotoJ. Elsinga in Holland. Zo zijn in de gang de hoge gebeeldhouwde houten trappaal, evenals de gietijzeren spijlen in de trapleuning en traphek in deze stijl uitgevoerd. Links voor de trapopgang is de deur naar een kamer en suite. De voorkamer is iets kleiner vanwege de vestibule en het eerste deel van de gang met de trap: 5,40 m. diep en 3,8 m. breed. De achterkamer is 6,50 m. diep bij 4,30 m. breed. Aan de tuinzijde zijn twee tuindeuren naar een veranda met neogotische bogen. Deze veranda komt voor op een bouwtekening uit 1941. De raampartij aan de grachtzijde in de voorkamer bestaat uit een houten betim mering. De twee schuiframen, met glas- in-lood bovenlichten, zijn aan beide zijden voorzien van afgeschuinde dagkanten [diepte van de gevel). In elke raamnis is één vensterbank aangebracht van 1,60 m. breed DE KAMERS EN SUITE Oud Alkmaar 2011 6/

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2011 | | pagina 13