Oude Hoven Jan Drewes Bespiegelingen over namen en ouderdom van de Alkmaarse vrouwenconventen en het gezag van Alkmaars eerste archivaris C.W. Bruinvis in de discussie daarover. Reeds eerder is in dit tijdschrift aandacht besteed aan het middeleeuwse kloosterle ven in Alkmaar. Dat dit onderwerp nog steeds aanspreekt blijkt ook uit het feit dat de opgravingen op de Paardenmarkt in de zomer van 2010 veel belangstelling trokken. Deze hadden onder meer ten doel iets te weten te komen over de omvang en ouderdom van het Minderbroeders klooster, het enige mannenconvent dat er geweest is, en van het daarbij behorende kerkhof Hopelijk zullen binnen niet al te lange tijd de resultaten van deze opgravin gen gepubliceerd kunnen worden. Naast dit mannenklooster waren er vijf vrouwenconventen. De jongste daarvan, het Clarissenklooster, werd pas in het begin van de zestiende eeuw net buiten de stadsmuren gesticht. In dit klooster woonden nonnen, die vaak niet uit de omgeving van Alkmaar afkomstig waren en volgens de tamelijk strenge regels van de heilige Clara wilden leven. Zij mochten het klooster eigenlijk niet verlaten en brachten hun tijd vooral door met bidden en mediteren. Voor de vier overige conven ten gold dat ze voor 2500 gesticht waren, althans bestonden, dat ze binnen de stads muren lagen, dat ze vooral of liefst alleen maar Alkmaarse vrouwen mochten aan trekken en dat ze soepeler regels hanteer den. Omdat de bronnen over deze vier vrouwenconventen niet altijd even volle dig en duidelijk zijn, kon het gebeuren dat diverse auteurs soms tot heel verschillende standpunten zijn gekomen, vooral over de juiste namen en stichtingsdata en ook over welke regels nu precies gevolgd werden. Het is opvallend, dat de vier conventen in de bewaard gebleven geschriften bijna nooit genoemd worden bij de naam van de heilige aan wie ze gewijd waren. De Alkmaarders gaven kennelijk de voorkeur aan de profane namen Oude Hof, Middelhof Jonge Hof en Witte Hof Dat hier de term 'hof gebruikt wordt in plaats van 'klooster' suggereert, dat deze conven ten de vorm hadden van huisjes rond een tuin, zoals we die kennen van 'begijnho ven' in bijv. Amsterdam of Brugge, of dat ze leken op sommige 'hofjes' uit een iets latere tijd, zoals we daarvan nu nog bijv. het hofje van Paling en Van Foreest of het Wildemanshofje in Alkmaar hebben. Maar ook al worden de vier 'hoven' in de bewaarde geschriften regelmatig als 'begijnhoven' aangeduid, dit biedt nog geen zekerheid over de exacte woonvorm en bouwwijze ervan. Van slechts twee van de vier hoven weten we wat meer, omdat namelijk van het VIER HOVEN Oud Alkmaar 2011 43

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2011 | | pagina 17