stoelen en een bureaustoel van mahonie
hout met rode stoffering, in neorococostijl
uitgevoerd. Ze stammen uit ca i860 en zijn
afkomstig uit het bezit van de Alkmaarse
meubelmaker Nicolaas Pot.
Alles is ondergebracht in de Stichting
Auerhaen en zal in de toekomst een
museale bestemming krijgen. "De stich
ting Huys Auerhaen heeft ten doel de
woning met tuin en verdere aanhorighe-
den aan de Wilhelminalaan 6, inclusief de
boedel en de daar aanwezige kunst- en
kunstnijverheidscollectie, als voorbeeld
van wooncultuur in stand te houden en
ten behoeve van het algemeen belang te
bewaren De naam is met zorg
gekozen: de auerhaen is een inlandse vogel
die met uitsterven wordt bedreigd, zoals
dat ook lijkt te gebeuren met interieurs
uit de twintigste eeuw.
Harold werd begin 15188 vanwege zijn
kennis van nijverheidsproducten en
vanwege zijn bestuurlijke ervaring in bij
voorbeeld het COC en de Beeldende Kunst
Advies Commissie gevraagd voorzitter te
worden van de Stichting Behoud
Alkmaarse Bodemvondsten (SBAB).
Er was in die tijd nog geen serieuze arche
ologische dienst en om te voorkomen dat
schatgravers er vandoor gingen met aller
lei opgegraven spullen, was deze stichting
in het leven geroepen. Een groepje van
vier, vijf jongens die uit liefhebberij in de
bodem zaten te wroeten, échte schatgra
vers dus, wilde er voor zorgen dat de
Alkmaarse bodemvondsten in Alkmaar
bleven en dat meer mensen er van konden
genieten. Rob Roedema, Marcel Corbié en
anderen stapten naar de notaris en richt
ten op 28 oktober 15187 de SBAB op. Alle
eerdere vondsten werden aan de nieuwe
stichting geschonken. Ook de resultaten
van nieuwe opgravingen zouden niet
worden verkocht, maar door deze stichting
beheerd omdat het behoort tot het cultu
reel erfgoed van de stad.
Harold werd als voorzitter de stuwende
kracht achter de vrijwilligersorganisatie
met meer dan dertig leden. Beerputten
werden in lagen onderverdeeld en opge
graven, vondsten werden gedocumenteerd
en gerestaureerd. Op allerlei plekken
werden tentoonstellingen georganiseerd,
Het lunchservies in
de dessertkamer is
ajkomstig van de
Alkmaarsefamilie
RoIff. Het is van
Brussels porselein,
stamt uit ca. 1850
en bestaat uit 135
delen die elk hand
beschilderd zijn
met verschillende
voorstellingen van
kinderen in land
schapjes.
Harold Bos en
Rob Roedema met
archeologische
vondsten.
Alkmaarsche
Courant 1991.
Foto Studio
Wiek Natzijl
Oud Alkmaar 2011 15
ALKMAARSE BODEMVONDSTEN