Gc jui/iijtitnneminjr rast tsf/tto/td est H/Saor/ie
Afbeelding van de
gevangenneming keren van wat Anslijn bedoelde. Volgens
van Egmond en het Nederlands Woordenboek moeten we
Hoorne, afkomstig tegenwoordig onder een 'brave Hendrik'
uit Vaderlandsche een "onjongensachtige sufferd" verstaan.
Tafereelen uit de
tiende eeuw* door Anslijn schreef de hier genoemde boekjes
P.D. Anslijn, dus voor jonge kinderen. We kunnen ons
schoolonderwijzer echter de vraag stellen of hij ze ook voor zijn
te Alkmaar". eigen kinderen schreef Dat zou heel goed
Oorspronkelijk kunnen, want toen De Brave Hendrik in 1810
anonieme prent uitkwam waren zijn vier kinderen tussen
ca. 1750 de 5 en 9 jaar oud. Op de vraag of we de toen
achtjarige Pieter Daniel misschien als het
prototype van een 'Brave Hendrik' moeten
beschouwen, is bij gebrek aan gegevens
moeilijk een antwoord te geven. Toch is het
opvallend dat Pieter Daniel in veel opzich
ten de voetsporen van zijn vader gevolgd
heeft.
Ook hij werd onderwijzer, in Alkmaar dus,
en bleef dat daar achttien jaar lang. Ook
hij schreef lees- en rekenboekjes voor de
lagere school, maar verschilde met zijn
vader in belangstelling voor de andere
vakken. Waar zijn vader vooral de
'Natuurlijke Historie' belangrijk achtte,
verdiepte Pieter Daniel zich meer in de
menselijke geschiedenis en gaf in 1834 een
Vaderlandsche tafereelen uit de zestiende en
zeventiende eeuwuit, op basis van door de
uitgever aangereikte platen. In 1842 werd
hij hoofd van het Luthers Weeshuis te
Utrecht om daarna in diezelfde stad te
worden aangesteld als directeur van de
stichting van Renswoude.5 Hij overleed
aldaar in 1865. Verderop komen we nog op
de 'braafheid' van Pieter Daniel terug.
Op Pieters meest bekende zoon, Johannes
Nicolaas Anslijn, lijkt gezien zijn loopbaan
de term 'Brave Hendrik' in de betekenis
van "onjongensachtige sufferd" niet direct
van toepassing. Hij werd in 1855 particu
lier secretaris van de Nederlandse consul-
generaal in Egypte, Ruyssenaers, en zou
hem later in die functie opvolgen. Beiden
onderhielden goede contacten met
Ferdinand de Lesseps en zo kon Johannes
Nicolaas in 1884 administrateur van de
Suezkanaal Maatschappij worden.
Dankzij zijn goede contacten met de
Khedive van Cairo speelde hij een grote
rol bij het sluiten van contracten van
die maatschappij met de Egyptische
regering. Hij was met een Engelse vrouw
getrouwd en ze kregen vijf dochters.
Johannes Nicolaas is in 1905 in Parijs
overleden.6
In de jaren twintig van de negentiende
eeuw was de gezondheidstoestand van
Nicolaas weer zodanig verbeterd, dat hij
begon met de publicatie van een serie
omvangrijke werken over de natuurlijke
historie. Zo bezit de bibliotheek van het
Regionaal Archief Alkmaar onder meer de
al uit 1824 daterende zesde aflevering van
zestiendeenzeven- ANSLIJN EN ZIJN (KLEIN)KINDEREN
ANSLIJN ALS KENNER DER NATUUR
60 Oud Alkmaar 2010