-TU r
Zo gaat het gedicht nog vier pagina's lang
verder. Het zegt overigens meer over de
maker dan over degenen voor wie het
bestemd was. Enige persoonlijke woorden
over Pieter Daniel komen er niet in voor,
maar dat echtelieden met de liefde moeten
omgaan, zoals een goede tuinman of
kweker dat met bloemen doet, geeft des te
meer aan welk belang Nico laas aan de
natuur hechtte.
Pieter Daniel was toen hij trouwde net
onderwijzer in Alkmaar geworden. Na zijn
huwelijk had hij eerst woonruimte op de
Oudegracht gehuurd en vervolgens ook
nog even in het huidige pand Laat 207-209.
In 1834 bewoonde hij met zijn vrouw, drie
kinderen en zijn beide schoonouders van
boven de zeventig het tegenwoordige pand
Verdronkenoord 93d Toen in dat jaar zijn
moeder overleden was, verhuisde vader
Nicolaas samen met de drie kinderen van
rond de dertig, die nog thuis woonden,
van Haarlem naar Alkmaar. Zij trokken
daar in bij Pieter Daniel, waardoor diens
huishouden dus uit elf personen ging
bestaan.
In zijn Alkmaarse jaren heeft Nicolaas
Anslijn aldaar voor het Letterkundig
Genootschap 'Physica' vier lezingen
gehouden, die na zijn dood door Nicolaas
Beets bij de Alkmaarse boekhandelaar
H.J. van Vloten zijn uitgegeven.3 Daarvan
was een getiteld: Over het Nut van de
Natuurlijke Historie voor de Opvoeding der
Jeu^d, een onderwerp waarvan men na het
voorgaande gedicht niet zo vreemd zal
opkijken. Een andere lezing van dat viertal
kreeg als titel mee: Middelen om den Mensch
Ongelukkig te maken. Daarin zei Anslijn:
"De Mensch is tot geluk geschapen! Deze
waarheid,leert ons God in zijn Heilig
Woord: leert ons God in de Natuur, die
allerwege de duidelijkste kenmerken van
Zijne liefde, goedheid en wijsheid draagt: -
leert ons onze eigen verheven aanleg, en
ons onophoudelijk streven naar geluk
niet alleen aan deze, maar ook aan gene
zijde des grafs!"
In deze tijd van Verlichting was men in
het algemeen van mening dat het geven
van goed onderwijs als het ware vanzelf
zou leiden tot een zedelijke verheffing van
het volk. Men moest daartoe zo vroeg
mogelijk met de vorming van het kind
beginnen en met liefderijke tucht en
hartelijke omgang moest het kind orde
worden bijgebracht. Het onderwijs zelf
moest zoveel mogelijk op waarneming,
ervaring en beschrijving berusten.
Anslijn was een enthousiast aanhanger
van deze richting en in samenhang
daarmee van het gelijkheidsideaal.
Onderwijs voor allen zou de verwerkelij
king van dit ideaal dichterbij brengen.
De overheid kwam hem in zijn streven
tegemoet met de onderwijswet van r8o6,
waarin het volksonderwijs in Nederland
nationaal geregeld werd. De bijzondere
verdienste van Anslijn is geweest dat hij
aan deze ontwikkeling een typisch
Nederlands karakter heeft gegeven. Ten
behoeve van het opzetten van het nieuwe
volksonderwijs schreef Anslijn onder
meer zijn Raadgevingen en Onderrigtingen
van Kinderen. Voor het taalonderwijs ont
wierp hij bijvoorbeeld een Nederduitsche
Spraakkunst voor Eerstbeginnenden* en gaf
hij een Aanleiding tot het Plaatsen der Schei
en Zinteekensuit. Leerlingen zouden hun
woordkennis kunnen vergroten met zijn
NICOLAAS ANSLIJN ALS VOLKSOPVOEDER
58 Oud Alkmaar 2010