aangebracht. De stucornamenten werden
in de fabriek geproduceerd en op een
houten zoldering of [linnen) doek
bevestigd. De stucornamenten konden zo
[in zijn geheel) met spijkers of draadnagels
worden aangebracht.
Stucfirma's maakten catalogi waarin de
ontwerpen voor stucornamenten werden
gepubliceerd en aan de man gebracht.
Vermoedelijk hadden grote stucfirma's
eigen tekenafdelingen waar de standaard
ornamenten werden ontworpen. Ook
werden ingestuurde ontwerpen van zelf
standige architecten in catalogi afgebeeld.
Deze ontwerpen waren eigenlijk voor
eenmalig gebruik, maar het was niet
ongebruikelijk zogenoemde 'voorhanden
ontwerpen' te publiceren en meermalen
toe te passen. Pas met de auteurswet van
1912 werd het verboden om ontwerpen
zonder toestemming van de architect of
ontwerper te gebruiken. De stucorna
menten in de catalogi werden op stijl
onderverdeeld. Populaire stijlen in de
tweede helft van de negentiende eeuw
waren de neostijlen (neorenaissance,
neoclassicisme), de zogenaamde Lodewijk-
stijlen en rond de eeuwwisseling de
Jugendstil. Al te veel detaillering werd
sindsdien weggelaten. Het lijstwerk werd
rechter en de ornamenten werden
vereenvoudigd ten behoeve van de
seriematige productie. Zwierige rocailles
die in de achttiende-eeuwse Rococo-
ornamenten populair waren, kwamen
bijvoorbeeld vrijwel niet meer voor.
Een opdrachtgever kon een keuze maken
uit de verschillende ornamenten zoals
hoekstukken, middenstukken, tussen-
stukken, buiten- en binnenlij sten, guir
landes, rozetten en consoles, die in een
catalogus waren afgebeeld. Hij kon de
ornamenten naar eigen smaak tot een
plafond- of wanddecoratie samenstellen.
De stucornamenten in de catalogi waren
voorzien van bestel- en fabricagenummers,
waardoor een huiseigenaar zelf een bestel
ling bij een stucfirma kon plaatsen. Stan
daardornamenten konden op aanvraag
ook aan de maten van de woning worden
aangepast. Het kwam voor dat nieuw
bouwwoningen met stucplafonds kant en
klaar door de aannemer werden opgele
verd. Stucornamenten konden echter ook
in een latere fase na de bouw of in
bestaande woningen worden aangebracht.
Het was dan gebruikelijk dat plaatselijke
schilders in samenspraak met de
opdrachtgever een plafond samenstelden.
De schilder bevestigde en beschilderde de
ornamenten. Een stukadoor hoefde er niet
meer aan te pas te komen. De vereenvou
diging van het ontwerp en de seriematige
productie maakte stucwerk betaalbaar en
De catalogus
waarin ornamen
ten uit het p and
Langestraat 14
zijn opgenomen.
FotoJ. Zijlstra
Oud Alkmaar 2010
OP BESTELLING
47