een keurig geklede heer op leeftijd, met
opvallende snor en baard. Nu staat er op
het schilderij van het beleg van Alkmaar
een figuur afgebeeld met net zo'n snor en
baard, uiterst rechts bovenop de stads
muur. Als de lijst om het doek zit, is deze
man nauwelijks zichtbaar, maar tijdens de
restauratie is hij tevoorschijn gekomen en
beter bekeken. Zeker weten zullen we het
waarschijnlijk nooit, maar de kans is groot
dat het hier om een zelfportretje van de
kunstenaar gaat. (Vergelijk afb. p. 37]
Toegegeven, het haar van de man op het
schilderij is bruiner dan dat van de
grijsaard op de foto, maar dat is
gemakkelijk verklaarbaar: toen Arti's
Galerij tot stand kwam was Ten Kate rond
de veertig, toen hij de foto liet maken zo'n
twintig tot dertig jaar ouder.
Schilders hebben door de eeuwen heen
vele van zulke onopvallende zelfportretten
op grote figuurstukken geplaatst, als een
soort signatuur. Wie er een aantal gezien
heeft, gaat het kop- en figuurtype her
kennen. Ze staan wat achteraf, maar kijken
de beschouwer meestal recht aan en lijken
er niet helemaal bij te horen. Hun haar
dracht wijkt bijvoorbeeld opvallend af van
de omringende figuren, of hun gezichts
uitdrukking past niet zo goed bij de
afgebeelde gebeurtenis - dat eerste is het
geval bij het zelfportretje van Ten Kate.
De Historische Galerij van Arti et
Amicitiae, waarvoor Herman ten Kate de
Spaanse aanval van 18 september 1573 ooit
verbeeldde, is voorgoed uiteengevallen. De
oorspronkelijke context van het schilderij
is daarmee verloren gegaan, maar dat wil
niet zeggen dat het zijn verhaal niet meer
kwijt kan. Het Stedelijk Museum Alkmaar
geeft het nu een plaats in een ander zinvol
verband. Was het doek in Amsterdam een
venster op de nationale geschiedenis, in
Alkmaar is het een venster op de lokale
geschiedenis geworden, meer specifiek een
boeiende schakel in de beeldtraditie van
het roemruchte beleg. Hopelijk spreekt
het stuk op zijn nieuwe plek vele gene
raties museumbezoekers aan!
1 Nanning van Foreest, Kort verhaal van het beleg van Alkmaar. Een ooggetuigenverslag, ingeleid door H.F.K. van
Nierop, hertaald door M. Joustra, Alkmaar 2000, p. 57.
Ibidem, pp. 551 en 61.
Ibidem, pp. 57 en 59.
Zie over de Historische Galerij van Arti: S.H. Levie et al., Het vaderlandschgevoel. Vergeten ne^entiende-eeuwse
schilderijen over onze geschiedenis, Amsterdam 15178, pp. 233-234.
De precieze lotgevallen van Arti's Historische Galerij zijn beschreven in: J.W.C. van Campen, 'De
Historische Galerij van Arti et Amicitiae', Historia. Maandschrift voorgeschiedenis en kunstgeschiedenis,
pp. 25-36.
44 Oud Alkmaar 2010
VENSTER
NOTEN
O