uit het dagelijkse leven [genrevoorstel
lingen] en stadsgezichten werden weer
volop geproduceerd.
Ook de historieschilderkunst herleefde,
maar in een moderne vorm. Werden in de
zeventiende eeuw vooral verhalen uit de
mythologie, de Bijbel of de Klassieke
Oudheid verbeeld, in de negentiende eeuw
werd de eigen geschiedenis een volwaardig
onderwerp voor schilders. En die eigen
geschiedenis werd dan niet alleen op een
verheven manier, maar ook in wat alle
daagser taferelen [historisch genre]
verbeeld. Met andere woorden: de Tachtig
jarige Oorlog kon in de kunst verwerkt
worden in de vorm van een groot schilde
rij van de slag bij Nieuwpoort, maar ook
van een klein doek met soldaten in een
wachtlokaal.
Het plan voor Arti's Historische Galerij
was opgesteld door een commissie die
bestond uit de genoemde twee initiatief
nemers plus de schilders Herman ten Kate,
Johannes Bilders en Charles Rochussen. De
laatste droeg enthousiast aan de uitvoe
ring bij: van de ruim honderd schilderijen
die vervaardigd moesten worden, leverde
hij er drie helemaal alleen en stoffeerde
hij een vierde van collega Johannes F.
Hoppenbrouwers. Ten Kate liet zich ook
niet onbetuigd: hij vervaardigde naast het
doek met het beleg van Alkmaar tevens
een voorstelling van Maarten Harpertsz
Tromp voor de slag bij Duins [1639] en hij
droeg figuurtjes bij aan een doek van
Pieter L.F. Kluyver. In totaal werkten meer
dan vijfenzeventig kunstenaars mee,
onder wie naast de twee genoemde heren
ook Johannes Bosboom, Jozef Israels en
Moritz Calisch,
Portret van Willem
J. Ho/dijk f1816"-
1888], olieverf op
doek, £4,7
X71,2 cm. Collectie
StedelijkMuseum
Alkmaar
Hermans broer Mari ten Kate. De Galerij
viel uiteen in twee series van elk ongeveer
vijftig werken; de eerste werd in maart
1862 feestelijk gepresenteerd, de tweede
kwam daar in december 1864 bij, maar
werd pas in april 1866 officieel ingewijd.
De onderwerpen die in de Galerij aan de
orde moesten komen, waren vastgesteld
door Charles Rochussen in overleg met
schilder Lambertus Lingeman en
letterkundige Willem Hofdijk. De laatste
schreef ook een catalogus bij de eerste serie
van de Galerij, getiteld Tafreden uit de
geschiedenis der ontwikkeling van het
Nederlandsche volk. Daarin is de toelichting
bij het beleg van Alkmaar [nr. 48] slechts
anderhalve pagina lang. Dat is terecht,
gezien het feit dat er nog tientallen andere
Oud Alkmaar 2010 34
DEELNEMERS
WILLEM HOFDIJK