Het vijfde eeuwfeest
van het Heilig Bloed
te Alkmaar werd
feestelijk gevierd van
27 april tot 5 mei
1929. Défilé van
kinderen voor mgr.
Aengenent, bisschop
van Haarlem.
Collectie Regionaal
Archief
der in de negentiende en twintigste eeuw
waren drie geboren Alkmaarders die hun
stad een dienst wilden bewijzen en vervol
gens opstoten in de vaart der volkeren.
Zonder hun ijveren zou de herleving van
de middeleeuwse devotie kansloos zijn
geweest. Eerst was daar de seminariepro
fessor Evert Rijkenberg (1867-1920), die
vanaf 1896 de geschiedenis in verschillende
bijdragen heel uitvoerig en heel precies
heeft beschreven. Vervolgens was er de
Haarlemse bisschop Caspar Bottemanne
(1823-1903), die het wonder op 25 maart
1897 erkende en toestemming gaf tot
openbare verering. Ten derde de francis
caan dr. Willibrord Lampen (1888-1966),
hoogleraar in de paleografie aan de
Katholieke Universiteit van Nijmegen, die
in 1929 bij het vijfde eeuwfeest het prach
tige boek Alcmaria eucharistica publiceerde.
En ten slotte heb ik zelf - en ik ben ook een
geboren Alkmaarder - de twee voorlopig
laatste bijdragen mogen leveren aan de
historiografie van het Heilig Bloed,
in 1997 voor deel 1 van het lexicon
Bedevaartplaatsen in Nederland en in 2007 in
Geschiedenis van Alkmaar. In het gezelschap
van Heiligbloed-advocaten ben ik de eerste
leek en daaruit blijkt ook op dit gebied de
laïcering te zijn voortgeschreden.
Kort nadat monseigneur Bottemanne
begin 1897 zijn zegen had gegeven aan de
heropleving van de devotie, gingen de
eerste bedevaartgangers op pad. Driehon
derd inwoners van Oudorp kwamen op
22 juli dat jaar naar Alkmaar. Dat was goed
te doen, een bescheiden wandeling.
Pas vanaf 1 mei 1917 was er in Alkmaar
voor het eerst weer een echte ommegang,
maar evenals in Amsterdam - en daar weer
voor het eerst sinds 1881 - was het een
stille omgang. Als men niet hardop bad of
zong, kon men het processieverbod omzei
len en hoefde er zelfs geen ontheffing van
welke gemeentelijke verordening dan ook
te worden aangevraagd. De ommegang
was 's morgens vanaf vijf uur en geen
mens die er aanstoot aan hoefde te nemen.
Bij het 500-jarig jubileum in 1929 waren er
zo'n 7000 tot 8000 pelgrims van binnen en
buiten de stad op de been. Overigens
waren het al die jaren steeds alleen
mannen en jongens. Er waren speciale
gebedsintenties. Zo was er in mei 1935
een grote algemene intentie: 'Dat de ware
christelijke vrede voor de volkeren en de
naties moge aanbreken' en ook nog drie
kleine, meer katholieke intenties:
'De gehoorzaamheid aan het gezag'
'De eenheid onder de christenen' en
6 Oud Alkmaar 2010
DE HEROPLEVING