nog niet dezelfde kansen als jongens. Nog ver in de twintigste eeuw overheerste de opvatting dat man en vrouw op grond van hun verschillende geaardheid een andere bestemming in de maatschappij hadden en dus verschillend onderwijs moesten ontvangen. Maar nadat steeds meer meisjes met succes hbs, gymnasium of universiteit afrondden, kon men moei lijk blijven volharden in de overtuiging dat meisjes over minder intellectuele vermogens beschikten dan jongens. Steeds meer meisjes gingen voortgezet onderwijs volgen. In 1914 hadden op de meisjesschool drie meisjes alle klassen van de school door lopen; twee van hen deden examen mulo en slaagden. Eerder werden op deze school blijkbaar geen diploma's uitgereikt; in 1897 werd in het verslag van de school commissie expliciet vermeld dat op de meisjesschool geen getuigschriften werden afgegeven. Juffrouw Pruim nam in 1915 ontslag. De commissie vond dit erg jammer, want in de jaren dat zij hoofd was kwam de school tot grote bloei. Het aantal leerlin gen nam toe van 85 tot 183, al waren er soms jaren dat minder meisjes de school bezochten. Het nieuwe hoofd was nu voor het eerst een man, C.J. Reiziger, voormalig hoofd van de 4de gemeenteschool. Hij bezat behalve de akten Frans, Duits en Engels, ook de akte wiskunde l.o. In 1916 werden de lokalen aangepast aan eigentijdse hygiënische eisen. Een eigen gymnastieklokaal bleef echter een vrome wens van de heer Reiziger. Met ingang van het schooljaar 1917-X9t8 werden de lespro gramma's van de burger- en meisjesschool herzien: de leerlingen die daarvoor geschikt waren werden voortaan opgeleid om na de zesde klas met goed gevolg toe latingsexamen voor hbs of gymnasium af te leggen; verder bleef de zevende klas van de burgerschool behouden voor leerlingen voor wie het gewenst was nog een jaartje op de lagere school te blijven. Toen in 1918 de Spaanse griep ook Alkmaar niet onge merkt voorbijging, moest de meisjesschool ruim twee weken sluiten. In 1920 werd bij wet bepaald dat het bij zonder onderwijs op gelijke wijze als het openbaar onderwijs door de overheid gefinancierd moest worden. Het vakken pakket werd definitief vastgesteld; er kwam een algemeen geldend lesprogram ma. Het standenonderwijs moest verdwij nen en dus ook de elitaire Alkmaarse meisjesschool. In de loop van 1922 kwam in Alkmaar de herinrichting van het open baar onderwijs tot stand. Gewoon lager onderwijs werd nu gegeven aan de ïste tot en met de 8ste gemeenteschool. De open bare school voor meisjes werd gesplitst in een lagere school voor meisjes (de 7de gemeenteschool] en een uloschool voor meisjes. De ïste, 7de en 8ste gemeente school waren zogenaamde opleidings scholen, die de leerlingen voorbereidden op vervolgonderwijs op de ulo of hoger. Uiteindelijk was er dus nog steeds sprake van standenonderwijs. De 7de gemeenteschool en de uloschool voor meisjes bleven gehuisvest aan de Oudegracht, destijds nr. 170. Bij deze her inrichting kreeg de 7de gemeenteschool een ander hoofd, terwijl de heer Reiziger benoemd werd tot hoofd van de uloschool SPLITSING IN 1922 18 Oud Alkmaar 2010

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2010 | | pagina 20