KBBBDflfiBHSfi
beginnen, stelde ze de voorwaarde dat de
gemeente haar levenslang een pensioen
van fl. 1.000,- per jaar zou toekennen.
De gemeenteraad behandelde deze zaak
achter gesloten deuren. Eén raadslid, de
heer Kraakman, vond het wel erg hard
voor het hoofd: er waren immers
verzachtende omstandigheden zoals een
verbouwing en een personeelstekort.
Daarbij vond hij de onderwijseisen van
moderne pedagogen te overdreven: die
zouden van alle meisjes onderwijzeressen
willen maken! Raadslid C.W. Bruinvis
haalde de jaarverslagen van de schoolcom
missie aan, waarin niet ongunstig over het
onderwijs werd geoordeeld. Maar omdat
de zaak in de openbaarheid was gekomen,
was het vertrek van juffrouw Sepp volgens
hem onvermijdelijk. Raadslid Bosman
vreesde dat het pensioen tot een grote
aanslag op de gemeentefmanciën zou
kunnen leiden. Juffrouw Sepp kon tenslot
te wel zeventig jaar worden! Uiteindelijk
werd besloten het hoofd eervol ontslag te
verlenen, met toekenning van het gevraag
de pensioen wegens opoffering van haar
maatschappelijke positie en woning.
Twee andere onderwijzeressen kregen
eveneens eervol ontslag. Juffrouw Sepp
werd met ingang van x maart 1883 opge
volgd door juffrouw J.H. Pruim.
Aan juffrouw Pruim heeft de school de
bijnaam 'pruimenschool' te danken.
Er waren in 1883 naast het hoofd zeven
onderwijzeressen aan de school verbon
den. Nu kon de laagste klas beter naar leef
tijd en aanleg worden ingedeeld. In de
hogere klassen werd het leerplan zodanig
uitgebreid dat het onderwijs in de tiende
klas [die nog moest worden gevormd)
ongeveer gelijk stond aan de derde klas
van een hogere burgerschool voor meisjes.
Onder de leerlingen in de jaren negentig
bevonden zich ook Anna en Elisabeth Van
der Feen de Lille. Hun moeder, jonkvrouw
Cornelia Frederica Fontein Verschuir, had
eveneens, vanaf haar twaalfde jaar, de
pruimenschool bezocht. Zij vond die
school toen vreselijk. Ook later was haar
oordeel niet positief Zij vergeleek in 1895»
de pruimenschool met de burgerschool,
waar de sfeer haar veel prettiger leek.
Zo gaf ze haar zoon Giesbert eens een
mandje met kersen mee voor zijn onder
wijzer op de burgerschool; het zou niet in
haar hoofd opkomen zoiets te doen bij de
school van juffrouw Pruim.
Omstreeks 1870 was betaald werk voor
vrouwen uit de 'beschaafde stand' nog een
schande, maar Aletta Jacobs stak haar nek
uit: zij werd als eerste meisje toegelaten op
de hbs en later op de universiteit. Aan het
einde van de negentiende eeuw ging men
langzaamaan anders aankijken tegen
betaald werk voor vrouwen.
Er kwamen voor meisjes vakgerichte oplei
dingen via huishoud- en industriescholen,
die oorspronkelijk het doel hadden meisjes
uit de middenstand de mogelijkheid te
bieden hun eigen brood te verdienen.
Later werd de doelstelling breder, namelijk
praktische vaardigheden bijbrengen voor
huwelijk en gezinstaak. Ook sommige
oud-leerlingen van de meisjesschool
gingen naar de industrie- en huishoud
school in Alkmaar, zoals Anna van der
Feen de Lille. Meisjes uit de familie
De Lange behaalden veelal een onderwijs
akte. In de jaren negentig gingen al meer
meisjes naar de hbs, ook in Alkmaar.
«BB
JUFFROUW PRUIM
Oud Alkmaar 2010
15