Portret van de schrijver M.P. Rosmade. Staalgravure van DJ. Sluyter, ca. i860. Collectie Regionaal Archief menten in sierlijke vormen, Portlandce- ment, dakleijen, marmer, tot zeer billijke prijzen'. In 1863 werd het metselbedrijf verkocht vanwege 'de meerdere uitbrei ding van zijne Schelp-kalkfabriek en Steenkooperij'. Want zegt Stoel, dat 'is de oorzaak der kwiteering van de Metselaar-zaak en zal hij zich alsnu, zoo mogelijk, nog met meer ijver op zijne Kalkfabriek en Steen-kooperij toeleggen, waarin hij zich bij voortduring minzaam aanbeveelt.' Een goede vriend van W.F. Stoel was Evert Masdorp. Zijn vader overleed toen hij acht tien was en Evert volgde hem -noodge dwongen- op als broodbakker te Alkmaar. Stadgenoot en kunstcollega Willem Hofdijk (1816-1888} schreef over hem: "Hij zet diens broodbakkerij voort om in het onderhoud van zijn moeder, broeders en zusters te voorzien. Toen deze allen verzorgd waren, liet hij in 1866 de bakkerij varen en verschafte zich als reiziger voor een handelszaak de gelegenheid om verschillende streken van het vaderland te zien, en zijne kennis van menschen en maatschappelij ke toestanden uit te breiden." Maar Evert was ook een getalenteerd teke naar en schrijver van novellen, toneelwerk en historische verhalen, o.a. samen met vriend Hofdijk. Door zijn kunstbroeders werd hij Max genoemd; als pseudoniem gebruikte hij de naam M.P. Rosmade, waarbij de M voor Max staat en 'P. Rosmade' een anagram is van 'E. Masdorp'! Voor de Alkmaarse historie is hij vooral interessant door zijn boek HetBele^ der stede Alkmaar in 1573; naar aan tekeningen van ooggetuigen geschetst uit 1862. In dit boek worden onder meer de heldendaden tijdens het Beleg van de beroemde Alkmaarse held Kitman bezongen. Masdorp hield zich niet alleen bezig met kunst, maar ook met praktischer zaken. Op 21 maart 1866 stuurde hij zijn vriend Stoel een briefje met een knipsel uit een Duits tijdschrift, waarin stond: "Volgens het tijdschrift van de vereeniging der Duitsche spoorwegbesturen zijn er met de uitvinding van den hooggeleerde dr. Artus te Jena, nieuwe proeven genomen. Een deel goed gebluschte kalk werd met 3 deelen zand zorgvuldig vermengd en aan dit mengsel onmiddellijk voor het gebruik 3/4 deelen zeer fijn gemaakte ongebluschte kalk toegevoegd en dan alles weder goed door elkander gemengd. De alzoo bereide mortel werd aangewend voor het fonda ment van een muur en was 11a 4 dagen zoo hard, dat men er een spit ijzer niet meer kon uittrekken; ook hechtte de mortel met dezelfde kracht aan de steenen van het muurwerk. Na 2 maanden was hij steenhard. Wij hebben dus hier met eene bereiding te doen, die vrij wat minder kwetsbaar zal zijn dan die van cement en de gewone mortel." 10 Oud Alkmaar 2010 SCHRIJVERSVRIENDEN s* tSs KALKZANDSTEEN

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2010 | | pagina 12