daartoe hun spaargeld gebruikten of
spullen beleenden. Zij handelden vooral in
gewone tulpen, want die waren ook voor
hen betaalbaar. Deze bollen werden
gerekend per mand of per pond. Per dag,
stad, kroeg en uur konden de prijzen
verschillen. De tulpengekte veranderde in
tulpenmanie en het hoogtepunt van de
hausse speelde zich afin Alkmaar.
DE VEILING IN ALKMAAR
Wouter Winckel en zijn echtgenote
Elizabet Harmans Cop overleden kort na
elkaar in juli 1636, waarschijnlijk aan de
pest.6 Zij lieten 3 kinderen achter die als
wees onder de hoede kwamen van de
Alkmaarse weesmeesters. De kinderen
waren allesbehalve armlastig, want in juli
1636 werden de bollen van hun vader
gerooid en in het weeshuis opgeborgen.
Pas in december, toen de bollen gesorteerd,
gewogen en weer geplant waren onder het
toeziend oog van tuinder Pieter Willemsz.,
gaf de Weeskamer toestemming ze te
verkopen. De veiling, die uiteindelijk op
5 februari 1637 in de Nieuwe Schutters
doelen in Alkmaar plaatsvond, werd op het
juiste moment gehouden want in de
maanden na het overlijden van Winckel
waren de prijzen meerdere malen ver
dubbeld. De door de Weeskamer benoemde
voogden, de vroedschappen Jacob van der
Meer en Jacob van der Gheest, hadden de
nodige ruchtbaarheid aan de veiling
gegeven en tientallen welgestelde
bloemisten en kwekers kwamen naar de
stad. De veiling in Alkmaar was bedoeld
voor kenners en bemiddelde handelaren
en bleek het toppunt van de tulpenmanie.
Nog voor de veiling werd binnenskamers
door een rijke koper de Admirael van
Enckhuizen, het topstuk in de collectie,
gekocht voor 5.200 gulden. Hij kocht
bovendien 2 Brabansons voor samen 3.200
Wouter Winckel en
zijn vrouw plaats
ten zelf hun hand
tekeningen onder
het testament dat
zij in 1636, hetjaar
van hun dood, op
lieten maken.
Collectie Regionaal
Archief
t 1 *- V> fT*"t »«->
V cr 'ti. ft 1
tc,t^ £r*,ï.
^=2—
'dn
-r
4 Oud Alkmaar 2009