zich floristen noemde. Ze hadden weinig kennis van bollen, wel de wens geld te verdienen. En het leek zo makkelijk... Nu ook eenvoudiger tulpensoorten op de markt steeds duurder werden, leek de aanschaf van enkele bollen een goede investering. Ergens voor 1635 begonnen de eerste floristen winst te maken, dus steeds meer mensen gingen hun geluk beproeven. Dit stuwde de prijs van bollen op, wat nog meer mensen lokte om eraan te beginnen. In elke stad waar al kenners of kwekers te vinden waren, doken speculanten op. De beurs van de tulpenhandelaar was de plaatselijke kroeg, het zogenaamde taveernecollege. Er ontstond een systeem van handelen met commissie, dat wil zeggen dat er drankgeld werd bijgelegd waardoor de handel gestimuleerd werd, de kroegbaas ook goed boerde, en de handelaars tevreden huiswaarts keerden. In 1635 kwamen de Alkmaarse floristen op donderdagavond samen in de Oude Schuttersdoelen in Alkmaar, de herberg van Wouter Winckel. Ook in de herberg van Stijntge Aris aan de Lange Nieuwe- sloot, met de welluidende naam Oude Blinde Werelt (in de negentiende eeuw bekend als logement De Burg] waren er begin 1636 bijeenkomsten van floristen. WINDHANDEL De handel onderging in 1635 een fundamentele verandering. Floristen wilden niet planten maar doorverkopen, en de aan de zomer gebonden handel in echte bollen breidde zich uit tot koop en verkoop van bollen die nog in de grond zaten. In feite werd dus een promesse of optie gekocht, een stukje papier. Betaling vond pas plaats als de bol werd geleverd. Dit hield risico's in: was de verkoper wel de eigenaar, was de bol wel de beloofde soort en van de genoemde kwaliteit, hoe oud was de bol eigenlijk? Het was windhandel; zowel de verkochte waar als ook de winsten bestonden uit niet meer dan vodjes papier. Omdat het hele jaar door nu handel mogelijk was werd er gespeculeerd, eigendomsaanspraken doorverkocht en ontstond er een termijnmarkt voor de handel in een toch wel risicovolle plant. Enige basisinformatie werd gegeven door het gewicht in azen (o,o4ögr) te berekenen. Hiermee kon de ontwikkeling van de bol ingeschat worden. In 1635 werden alle bollen per aas verkocht, wat leidde tot verdere speculatie omdat bollen bij het rooien zwaarder zijn dan bij het planten. Zo is er het voorbeeld van een Viceroy die bij het planten in de herfst 81 azen woog, en bij het rooien in juli 416. Dat is nog eens rendement! Was de handel tot de zomer van 1636 vooral handel tussen kwekers en serieuze klanten die de tulpen wilden planten, in december 1636 was er een grote toestroom van floristen uit alle beroepsgroepen die alleen maar uit waren op snelle winst en De Oude Doelen gezien vanaf de Doelenstraat, met rechts ervan het nu nog bestaande huis van de heren van Betgen. P. van Locy, 1889 naar een i8de-eeuwse tekening. Collectie Regionaal Archief Oud Alkmaar 2009 3

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2009 | | pagina 5