Tulpenmanie in Alkmaar
Marlies ten Berge en Harry de Raad
Financiële crises kwamen ook in de zeventiende eeuw voor. Een veiling in de Nieuwe
Doelen in Alkmaar in 1637 betekende het toppunt in de prijsstijging van tulpenbollen,
daarna stortte de handel in. Tot dusver onbekende gegevens werpen nieuw licht op de
gebeurtenissen in Alkmaar.
EEN NIEUW GEWAS
De tulp is afkomstig uit Centraal-Azië en
kwam voorzover bekend pas rond 1570 naar
de Verenigde Provinciën. Tulpen kweken
bleek niet zo moeilijk, maar kostte wel
veel tijd. Zeldzame variëteiten bleven dus
moeilijk te leveren en zoals iedereen weet:
schaarste maakt duur. De Nederlandse
cultivars in de zeventiende eeuw werden
geroemd om hun onstuimige gevlamde
kleuren. Men onderscheidde ongeveer 13
groepen, die allemaal weer onderverdeeld
waren in vele variëteiten. De variaties
werden gerangschikt volgens strakke
criteria: hoe dunner de streepjes, hoe fijner
en duurder de tulp. Wat niemand in die
tijd wist was dat de meest bijzondere
soorten, de gebroken tulpen, leden aan een
virusziekte. De mooiste tulpen waren ook
het zwakst en het moeilijkst te kweken, en
bleven dus ook vrij zeldzaam. Hoewel
overal in Europa tulpenkenners bestonden,
was rond 1620 de bloem nergens zo
populair als in de Verenigde Provinciën.
Tulpenkenners in de Republiek waren
vaak regenten en rijke kooplieden. De
winsten van de handel in onze Gouden
Eeuw wakkerden luxeconsumptie aan en
er ontstond een voorliefde voor landhuizen
en de aanleg van grote tuinen. Tulpen,
vooral de mooiste en zeldzame variëteiten,
werden zeer gewaardeerd door de elite als
symbool van rijkdom en goede smaak. Het
werden statussymbolen.1
Een Admirael Coomhardt, pagina uit een tulpenboek. Collectie Nederlandsch
Economisch-Historisch Archief
Oud Alkmaar 2009