belangrijke rol in. Zo werd de lijst
integraal afgedrukt in de Samen-spraeck
tusschen Waermondt ende Gaergoedt, nopende
de opkomste ende ondergangh van Flora, een
van de vele pamfletten die in 1637 verscheen.
De lijst vinden we ook in een ander pamflet
uit 1637, Tooneel van Flora, vertonende
grondelijcke redens-ondersoekinge van den
handel der Floristen, geschreven door de
Alkmaarse schoolmeester Cornelis van der
Woude, bekend van zijn in 1645 verschenen
Kronijcke van Alcmaer. In tegenstelling tot
veel andere pamflettisten verdedigde hij
juist de handel in tulpen. De crisis zag Van
der Woude als een normaal verschijnsel,
waarna er automatisch een correctie zou
volgen, maar speciale maatregelen om de
handel te reguleren waren volgens hem
niet nodig. De verschillende standpunten
zien we ook vandaag de dag bij de
kredietcrisis weer terugkomen. Zo is de
tulpenmanie nog steeds actueel.
NOTEN
1 Een groot deel van het algemene verhaal is gebaseerd op het boek van Mike Dash, Tulpetyekte. Over de
speculatie^olfdie de tulp in ïye-eeuws Nederland veroorzaakte (Utrecht, 1999). Een goed recent overzichtswerk
(helaas nog niet in het Nederlands vertaald) biedt Anne Goldgar, Tulipmania. Money, honor, knowled^e in the
Dutch Golden A^je (Chicago, London, 2007).
2 Verwijzingen en transcripties van de voor de Alkmaarse tulpenhandel relevante archiefbronnen zijn te
vinden in de aantekeningen van S.H. van Drunen. Regionaal Archief(RAA), Collectie Aanwinsten, inv.nr.
1281.
3 In 1646 blijkt hij (ook?) een tuin aan het Zeglis te bezitten, waar hij eveneens tulpen had geplant
4 De vader van de beide broers was ook al actiefin de bloemenhandel. Hij is misschien identiek aan de in 16x8
genoemde stadsbode Adriaen Claesz, die in dat jaar voor 15 gulden een 'bloem' (het woord tulp wordt niet
genoemd) kocht van boekverkoper Jacob Willemsz. Paedts.
5 Goldgar, Tultpmania, 146, t47.
6 Wouter werd begraven op 1 juli 1636 en zijn vrouw op 14 juli. Eerder dat jaar, in februari en april, stierven
drie van hun kinderen en in mei liet het echtpaar een (nieuw) testament opmaken. Vermoedelijk stierven
alle gezinsleden aan de pest: 1636 staat te boek als een van de jaren waarin Alkmaar zwaar getroffen werd
door deze ziekte. Zie L. Noordegraaf en G. Valk, De^jave Gods. De pest in Holland vanaf de late Middeleeuwen
(Amsterdam, 1996) 227.
7 RAA, Oud-notarieel archief Alkmaar (ONA), inv.nr. 109, fol.222 t/m 223V.
8 Dash, Tulpengekte, 189 en RAA, Oud-rechterlijk archief Alkmaar (ORA), inv.nr. 87/3.
9 Een exemplaar ervan wordt bewaard bij de Universiteit Wageningen. De in het artikel genoemde
voorverkoop ter hoogte van 21.000 gulden wordt genoemd in de prijslijst. De lijst is ook opgenomen in de
verderop in het artikel genoemde in 1637 verschenen pamfletten Samen-spraeck en Tooneel van Flora. Een
sterke aanwijzing voor de betrouwbaarheid is de opname ervan in het laatstgenoemde pamflet, dat door de
Alkmaarse schoolmeester Van der Woude geschreven werd ter verdediging van de tulpenhandel.
10 Dash, Tulpengekte, 183.
11 RAA, stadsarchief voor 1816, inv.nr. 44, resoluties vroedschap, 14 maart 1637.
12 Het bestaan van deze commissie blijkt uit RAA, ORA, inv.nr. 87/4.
13 Posthumus, 'De speculatie in tulpen in de jaren 1636 en 1637', Economisch-Historischjaarboek 18 (1934) 239.
14 Ibidem, 240.
15 RAA, ONA, inv.nr. 59, fol. 551 en 551V.
16 Posthumus, 'De speculatie in tulpen in de jaren 1636 en 1637', Economisch-Historisch Jaarboek 13 (1927) 84
en RAA, ONA, inv.nr. 107,14 nov. 1637.
17 RAA, ONA, inv.nr. 130, fol. 82.
10 Oud Alkmaar 2009