"UE.
uitstekende kwaliteiten als lenzenslijper
goede apparaten opleverden. In 1619 heeft
hij onder meer een lenzenslijp- en polijst-
machine ontwikkeld. Drebbel had toen de
kennis en kunde om op professionele wijze
met een draaischijf een aantal lenzen
tegelijk te slijpen. Daardoor kon hij 'verre
gesigten' in serie, in grote aantallen,
produceren.
Drebbel's verrekijkers en microscopen
werden door zijn twee schoonzonen, de
gebroeders Kuffler en hun twee broers, in
geheel Europa tegen forse prijzen aan de
man gebracht. Op 15 oktober 1634 schreef
Isaac Beeckman in zijn Journael: "Sibertus
Cufler, Drebbels swagher, seyde my dat syn
schoonvader op syn dootbedde seyde dat hy
perfecte telescopia maken kondc, waermede
syn kinderen allen ryck souden konnen
worden; doch stierf eer hy dat schreef"
DE TELESCOOP
Het 'verre gesigt' ging rond 1611 als
'telescoop' de wereld in. Rond 1650 brak in
Nederland een discussie los over wie de eer
van de uitvinding van de verrekijker op
zijn conto kon schrijven. De strijd bleef
onbeslist tussen Lipperhey en Sacharias
Janssen. In 1853 werd Janssen door de
Koninklijke Akademie van Wetenschappen
aangewezen als de 'uitvinder'. Wat Hubert
van Onna betreft krijgt een anonieme
Italiaan de eer: uit de mond van Johannes
Sachariassen (geb. 1611], zoon van
Sacharias Jansen, werd in 1634 door
Beeckman in zijn 'Journael' opgetekend:
"Johannes Sacharias seght, dat sijn vader
den eersten verrekijcker maeckte hier te
lande anno 1604 naer eene van eenen
Italiaen, daarop stont 'anno 1590'."
Wetenschapshistoricus Huib Zuidervaart
noemt echter de verspreiding van de
nieuwe techniek belangrijker dan de
daadwerkelijke uitvinding. Wat dat
betreft gaat de eer naar Lipperhey.
Hij was zo goed als zeker de eerste die er
een echt bruikbaar instrument van
maakte door het toepassen van een dia
fragma. Bovendien leidde zijn demonstratie
voor prins Maurits, mede dankzij de
daaropvolgende publiciteit, tot een zeer
snelle verspreiding van de kijker door
Europa. Maar wie ook de hoofdrol krijgt
toegewezen, in ieder geval is duidelijk dat
vele Hollandse zeventiende-eeuwers,
onder wie ook twee Alkmaarders, van
groot belang zijn geweest voor de
uitvinding van de telescoop die de
verkenning van het heelal mogelijk heeft
gemaakt.
£.t rutehJitutcrjiipfïmts fê/ttris orêes
Ets, gegraveerd
doorCornelis
Drebbel.
Allegorische voor
stelling van de
astronomia als
zevende der zeven
vrije kunsten.
Rechtsonder
Drebbels mono
gram. Ca 1600.
Collectie Regionaal
Archief
Dit artikel is een bewerking van het artikel "De conste van verre saecken naerby te sien"
van Hubert van Onna, Drebboloog. Meer informatie over Drebbel op www.drebbel.net
Oud Alkmaar 2008 75