Vrone in 1303 niet in eigentijdse bronnen
was te vinden. Maar toch zijn er nog veel
historische puzzels op te lossen. Vandaag
de dag is men wel er wel van overtuigd dat
Vrone een belangrijke plek is geweest.
Hoppenbrouwers stelt zelfs dat er sprake
was van een karolingisch koningsgoed.11
J.P. Geus heeft veel nieuwe feiten over de
lotgevallen van het oude Vrone aan het
licht gebracht.12 Na de opstand van 1297
werd het dorp verwoest. Graaf Jan van
Avesnes had blijkbaar specifieke redenen
om speciaal de inwoners van Vrone te
straffen. Terwijl de andere West-Friezen in
1299 na betaling van een flinke boete hun
eigendommen terugkregen, werd voor
Vrone een uitzondering gemaakt:
"uutghenomen Vronen ende alle dat ghoet
dat diere van Vroenen was, zoe waert
gheleghen es, dat onse neve selve behouden
zal."13 Wat er precies gebeurde op 13 maart
1303 is niet duidelijk. Het dorp was toen al
verlaten. Wellicht is op die datum begonnen
met het afbreken van de dorpskerk. Deze
kerk of kapel lag op de Vronergeest, ter
hoogte van de tegenwoordige kruising
Bovenweg-Meeuwenlaan in Sint Pancras.
Het was een stenen gebouw, blijkens
onder meer het tufsteen dat er in 1620
werd gevonden. Na de verwoesting van
Vrone werd de ruïne van de kerk als
steengroeve gebruikt, onder meer voor
reparaties aan kasteel de Middelburg. Zo
lezen we in de rekening van de graven van
Holland over 1345/46: "Jan Boirop met
hem derden met hun drieën] 3 daghe
die keselinghe kiezelstenen, keien]
hailde op Vroenre kerckhof T4 De plek
wordt op latere kaarten nog aangeduid als
het 'oude kerkhof en de Meeuwenlaan
heette in 1593 en ook nog in de zeven
tiende eeuw de 'oude kerckhoffslaan'.
Er zijn twee oorkonden uit 1324 in
afschrift bewaard gebleven waaruit blijkt
dat de oorspronkelijke bevolking van
Vrone, die niet meer op de oude locatie
mocht blijven wonen, zich aan de 'Coedijk'
had gevestigd, de dijk die het land van
Vrone aan de westkant beschermde tegen
het water van de Rekere. De graaf bouwde
in dat jaar op zijn kosten een kerk voor
hen. De herinnering aan Vrone bleef bij
hen levend. In de zestiende eeuw trof Van
Teylingen in een oud misboek te Koedijk
het volgende versje aan:
"Duysend drie honderd doe men schreeff
En drie daer nog an bleeff
Voor den vierden dag Ste Geertruyt
Heylige Joufrou Godes bruyt
Doe viel alhier te voren
Dat die van Vroon die strijt verloren".15
Het verhaal van het kruis op het kerkhof,
voorzien van het intrigerende jaardicht,
heeft wellicht ook een historische basis.
J.P. Geus ontdekte dat er op een kaart van
de Vroonlanden uit 1530 twee kruisen
stonden afgebeeld: een ervan was in
getekend op de plaats van het oude kerkhof
Met de term 'Vroonlanden' werd het door
de Hollandse graaf geconfisqueerde
landbezit van de inwoners van Vrone
aangeduid. Vanaf 1532 tot in de achttiende
eeuw bestond er een afzonderlijke
administratie van deze oude grafelijke
bezittingen, het zogenaamde 'rent
meesterschap van de Vroonlanden', met
een kantoor in Alkmaar. In de achttiende
eeuw werden de landerijen verkocht.
In 199a is er door de Rijksdienst voor
Oudheidkundig Bodemonderzoek
archeologisch onderzoek gedaan op de
plaats van het oude kerkhof van Vrone.16