Alkmaar varia
Honderd jaar bibliotheek
Historische thriller
Ongewijde aarde
In 1908 werd de 'Vereeniging tot oprichting en instand
houding van een Openbare Leeszaal en Boekerij in
Alkmaar' opgericht en nog datzelfde jaar werd de eerste
openbare bibliotheek geopend op de hoek van de
Kaarsemakersgracht en
Kanaalkade. Het honderdjarig
bestaan is op 8 juni j.l. met
een spectaculaire middag in
de bibliotheek en op het
Canadaplein gevierd. Het
speciale jubileumboek,
waarin dit honderdjarig
bestaan met veel foto's en
verhalen wordt toegelicht, is
niet alleen voor leden van de bibliotheek maar ook voor
leden van de Historische Vereniging Alkmaar met korting
voor 9,95 euro te koop bij de bibliotheek. Wilt u dan
even bij de balie melden dat u lid bent?
In de zeventiende eeuw was er sprake van
een spectaculaire waardestijging van
tulpenbollen, die voor enorme bedragen
werden verhandeld. De overspannen markt
reageerde met een plotselinge val van de
prijzen, waardoor velen hun vermogen verloren. Tijdens
een veiling in de Alkmaarse Nieuwe Doelen op 5 februari
1637 zouden de hoogste prijzen ooit zijn betaald voor
tulpenbollen. De veiling was georganiseerd door de
Alkmaarse weeskamer ten behoeve van de kinderen van
de overleden kastelein van de Oude Doelen, Wouter
Bartelmiesz. Winckel. Volgens een pamflet zou er voor
maar liefst 90.000 gulden verhandeld zijn. Vele
processen volgden, omdat de kopers uiteindelijk niet
wilden betalen. Deze historische gebeurtenis speelt een
belangrijke rol in de onlangs verschenen thriller Het
tulpenvirus van Daniëlle Hermans. De titel verwijst naar
een speciale tulpen variant waar in de zeventiende eeuw
erg veel vraag naar was, de zogenaamde 'gevlamde'
tulpen. Men wist toen nog niet dat deze variant een
gevolg was van een virusziekte. De thriller speelt zich
overigens grotendeels af in het hier en nu. Zoals het in
een degelijke thriller betaamt, vinden er moorden plaats,
is er een wereldwijd complot aan de gang en wordt er
gezocht naar iets geheimzinnigs, in dit geval een uiterst
zeldzame tulpenbol. Maar leest u zelf!
Naar aanleiding van het artikel hierover in het vorige
nummer liet de heer L.J. van de Kamer ons weten,
dat zijn vader beheerder was van de begraafplaats
Sint Barbara van 1926 t/m 1950. Het perceel
ongewijde aarde lag niet bij binnenkomst links langs
de Zandersloot, zoals in het vorige nummer stond
vermeld, maar bij binnenkomst rechts naast het zgn.
lijkenhuis, (later in gebruik als schuur voor opslag van
gereedschap en materiaal), ongeveer op de plaats
waar nu een uitbouw gerealiseerd is, en het was door
een manshoge coniferenhaag afgescheiden van de
rest van de begraafplaats en alleen toegankelijk via
het poortje naar het lijkenhuis. Zijn broer, die zijn
vader in 1950 opvolgde, vertelde dat hij na ongeveer
11/2 jaar, dus medio 1952, daar een doodgeboren
kindje moest begraven. Toen de moeder na enige
dagen uit het ziekenhuis was ontslagen en bij hem
kwam vragen waar haar kindje begraven was, werd
zij radeloos van verdriet toen zij zag waar haar kindje
was opgeborgen. Hij wilde dit toen nooit meer
meemaken en heeft de coniferenhaag gerooid en een
laag taxushaagje geplant van plm. '/2 meter hoog
met een wit poortje als toegang van en naar de
begraafplaats. De heer B. van de Kamer, doodgraver,
voegt daar bij navraag nog aan toe dat hij geen
stappen ondernomen heeft naar de kerk om de
ongewijde aarde af te schaffen. Het is nog jaren
daarna doorgegaan. De laatste begrafenis in
ongewijde aarde vond plaats eind 1959. De plek
bleef nog enige tijd bestaan, hoewel er dus vanaf
1960 niet meer begraven werd.
54 Oud Alkmaar 2008