van, en wel in 1749. Het gaat om een fraai, zonovergoten stadsgezicht, waarop van alles te zien is. Opmerkelijk zijn de houten stellage rechts vooraan en de drijvende ton middenvoor, beide met het beeldmerk van brouwerij De Starre-Croon naar de beschouwer gericht. Hun nadrukkelijke aanwezigheid zou er wel eens op kunnen duiden, dat het schilderij in opdracht van de toenmalige brouwerij-eigenaar, de rijke Mauritius van der Ster (f1752), is vervaardigd. Behalve brouwerij-eigenaar was hij ook kapitein en heeft zowel gevaren voor de V.O.C. als voor de Admiraliteit. De meeste lezers van dit blad zullen zich van het bestaan van het schilderij niet bewust zijn. Dat hangt samen met het feit dat het jarenlang in particulier bezit is geweest in Duitsland. Onlangs werd het op een veiling verworven door de Alkmaarse kunsthandelaar Sander Bijl, die het momenteel te koop aanbiedt. DE SCHILDER JAN TEN COMPE Jan ten Compe (1713-1761), vooral bekend om zijn schitterende stadsgezichten en ander topografisch werk, werd geboren in Amsterdam en zou daar de rest van zijn leven blijven wonen.1 Hij groeide op in het weeshuis van de hervormde diaconie en kreeg een opleiding tot schilder in het atelier van Dirk Dalens III (1688-1753),een bekende landschaps- en behangselschilder. Maar hij koos zich ook andere voorbeelden. Zo legde hij zich in navolging van zeventiende-eeuwse schilders als Jan van der Heyden (1637-1712) toe op de minutieuze uitbeelding van gebouwen, waarbij hij bijvoorbeeld ook de afzonder lijke bakstenen, dakpannen en leien weergaf Bovendien lijkt de keuze van de motieven voor de stoffage van de schilderijen mede op die van Van der Heyden gebaseerd te zijn. Bij de weergave van licht en schaduw liet hij zich inspireren door een andere beroemde topografische kunstenaar, zijn iets oudere stadsgenoot Cornelis Pronk (1691-1759). Hun beider werken hebben een vergelijkbaar zonnig karakter. Voor de werken van Ten Compe werden al bij zijn leven hoge bedragen neergelegd. Zo waren er schilderijen waarvoor tussen de 500 en 2000 gulden werd betaald, gigantische bedragen, wanneer men weet dat een geschoolde handwerksman in die tijd ongeveer een gulden per dag verdiende. Veel van Ten Compes stadsgezichten werden in Amsterdam en Den Haag geschilderd voor een welgestelde klantenkring. Maar hij werkte ook in andere steden, zoals Delft, Haarlem, Leiden, Rotterdam, Utrecht en Kleef Dat gebeurde deels in opdracht van kunstverzamelaars. Van Alkmaar is tot nu toe alleen dit ene schilderij bekend. Van Ten Compe weten we dat hij er graag op uit trok om onderweg schetsen te maken van zaken die hem boeiden. Zag hij onderweg iets interessants, dan liet hij de koets stoppen om dat op papier vast te leggen. Eens huurde hij een bootje om op de Amstel te kunnen tekenen, waarbij hij "om eene genoegzame hoogte te hebben, daarop eenige planken had doen leggen". Toen het bootje aangevaren werd, en hij met stoel en al in het water tuimelde, wist hij zich niet alleen zwemmend te redden, maar haalde ook zijn in het water gevallen spullen er weer uit, "willende zijnen arbeid dadelijk weder hervatten, zonder zich, daar het warm was, om het hinderlijke zijner natte klecderen te bekreunen"2. 44 Oud Alkmaar 2008

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2008 | | pagina 18