het hart streken. Volgens het reglement was toestemming van de parochiepastoor nodig, dus hij had hier invloed op. Omdat in bepaalde periodes relatief veel ongedoopte kinderen een graf kregen, en in andere juist niet, lijkt het waarschijnlijk dat ook de opvattingen van de priester een rol speelden. Zo vertelde een religieuze me: "Er waren priesters met een ruim hart, die hun mond hielden en zeiden: 'Ik ga het gewoon begraven. Jullie zijn goede katholieken.' De ene pastoor is veel meer op de letter van de wet dan de andere." Een begrafenis in gewijde aarde kon plaatsvinden in alle klassen. De meeste kinderen werden begraven in de goedkope klasse, maar er zijn voorbeelden van leven loos geboren kinderen die begraven werden in klasse 1, dus de duurste plek. MODERNE TIJDEN In de tweede helft van de jaren zestig veranderde de rooms-katholieke kerk. Gelovigen werden steeds kritischer, sommigen verlieten de kerk, en het Tweede Vaticaans Concilie probeerde de kerk te moderniseren. Sinds die tijd werd steeds minder begraven in ongewijde aarde. In het Kerkelijk Wetboek van 1983 werden de regels versoepeld en vanaf dat moment kunnen ook ongedoopte kinderen een kerkelijke uitvaart krijgen, wanneer de ouders voornemens waren geweest om hun kind te laten dopen. Dat gold dus voor vrijwel alle katholieke gezinnen. Toch weet ik dat een paar jaar geleden in een dorp bij Alkmaar de kwestie van het begraven in ongewijde aarde nog gespeeld heeft. Daar staat tegenover dat op veel begraafplaatsen juist monumentjes zijn opgericht voor die kinderen die zonder grafsteen in ongewijde aarde zijn begraven. Toen paus Benedictus XVI besloot het voorgeborchte af te schaffen, stelde hij: "Het buitensluiten van onschuldige kinderen uit het paradijs is in tegenspraak met de bijzondere liefde die Christus voor de kleinsten koestert." Kardinaal Simonis zei daarop, dat in Nederland het idee dat ongedoopte kinderen niet naar de hemel gaan, al lang niet meer gangbaar is. Hij erkende dat veel katholieke ouders nog de littekens meedragen van het verleden, toen dit idee over ongedoopte kinderen nog breed leefde.9 NOTEN 1 Archief van de Oude Begraafplaats aan de Ruïnelaan te Bergen. 2 Reglement van de Rooms-Katholieke Begraafplaats Sint Barbara, 1916, artikel 32. 3 De passage is te vinden in het Regionaal Archief Alkmaar (RAA), Archief Collectie Aanwinsten, inv.nr. 16. Het betreft aantekeningen van Simon Eikelenberg (i8e eeuw) uit ouder materiaal, in dit geval de aantekeningen van Adriaan Westfalen (uit de i7e eeuw). De stippeltjes in de tekst zijn van Eikelenberg. Westfalen geeft een beschrijving van vooral de historie van de Laurenskerk, maar lijkt hier de contemporaine i7e-eeuwse situatie bedoeld te hebben. 4 H.F. Van Heussen, Oudheden en tjestichten van Kennemerland, Amstelland, Noord-Holland en West-Friesland, deel 2 (Leiden 1721) 343. 5 Kerkelijk Wetboek 1917, canon 1239 paragraaf 1 en 2. 6 Begrafenisregisters Rooms-Katholieke Begraafplaats Sint Barbara. 7 Idem. 8 F.W. van der Walsch, 'Doorbraken in de Verloskunde' in H.M. Dupuis e.a., Een kind onder het hart (Amsterdam 1987) 44. 9 De Volkskrant, 25 april 2007. Oud Alkmaar 2008 17

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2008 | | pagina 21