1
geborchte der kinderen. Velen namen de
leer van Augustinus over. Pas in de Middel
eeuwen kwam er verzet tegen deze wrede
opvatting. Thomas van Aquino (1225-1274),
een andere grote kerkvader, hield wel vast
aan het bestaan van de limbus, maar stelde
dat de zieltjes toch een zeker geluk
genieten. Het ging dan om het geluk dat
een ziel bereikt door de kennis en liefde
van God, zoals die in de natuurlijke staat
mogelijk zijn. Paus Innocentius III 1198-
1216) leerde dat wie bij het sterven alleen
de erfzonde heeft en geen andere zonden
'slechts' gestraft wordt met het niet aan
schouwen van God. Veel theologen volgden
de visie van Thomas van Aquino en veel
katholieke ouders waren daar verheugd
over. Eeuwenlang duurde de controverse
tussen de aanhangers van Augustinus en
die van Thomas. De Kerk sprak zich nooit
uit over een erkenning van het bestaan van
de limbus tot afgelopen jaar, 2007, toen door
paus Benedictus XVI officieel het bestaan
van een voorgeborchte werd ontkend.
BEGRAVEN IN ONGEWIJDE AARDE
Maar wat te doen met degenen, die
volgens het reglement van de rooms-
katholieke kerk niet in gewijde aarde
mochten worden begraven? Zij werden op
de in de negentiende eeuw ingerichte
begraafplaatsen helemaal achteraan of
ergens aan de zijkant, in een apart gedeelte,
begraven. De graven in deze strook stonden
in een dorp vlakbij Alkmaar regelmatig
onder water, zodat ook begraven werd in
het pad. Soms was dit deel afgescheiden
van de rest van het kerkhof door een hoge
heg. Het kon zijn dat er in de heg een
smalle opening was waar net een doods
kist doorheen kon. Deze grond was niet
gewijd. Men sprak van een begrafenis in
Gezicht op de kapel van de Sint Barbara-be^raajplaats
Beeld van de heilige
Barbara in een nis
in de voorgevel van
de kapel op de
begraafplaats.
Ze is ajgebeeld met
een toren (de vader
van Barbara sloot
haar daar in op)en
een tak van een
kersenboom; de
bloesem ervan
symboliseert de
geboorte van
Christus
14 Oud Alkmaar 2008