gevonden. Als je in de literatuur kijkt, lees
je dat het iets met de agrarische depressie
heeft te maken, maar het mechanisme was
onduidelijk. Men zegt vaak: het zelfkazen
werd voor de vrouw teveel werk. Ik zag iets
opmerkelijks aan de toelevering van vee en
kaas in Alkmaar. Vanaf 1880 - het begin
van een langdurige agrarische depressie in
Nederland - werd veel meer kaas en veel
minder slachtvee aangevoerd. Toen dacht
ik: dat heeft iets te maken met een
verschuiving binnen de veehouderij. In
een crisissituatie kun je beter omschakelen
naar intensivering, om je inkomsten te
vergroten. De zuivelproductie was arbeids
intensiever dan het vetmesten van vee,
maar bereikte op een bepaald moment een
plafond. Vrouw en dochters konden maar
een bepaalde hoeveelheid verwerken.
Vandaar dat men na 1880 zocht naar
andere manieren van zuivelbereiding, en
dat er fabriekjes werden opgericht.
Nieuw in mijn verhaal is ook dat Alkmaar
wordt neergezet als bakermat van de
Hollandse industriemolens. Wat betreft
nieuwe ï/de-eeuwse typen, zoals houtzaag-,
olie-, papier-, hennepkloppers- en vol
molens, had Alkmaar de primeur in geheel
Nederland of in Holland. Deze nieuwe
molentypen leverden een belangrijke
bijdrage aan de economische bloei in de
Gouden Eeuw. Ik heb indertijd met Pieter
Schotsman hierover een artikel geschreven
dat een prijs heeft gewonnen, uitgeloofd
door The International Molinological
Society, afdeling Nederland en Vlaanderen.
Uiteraard zijn er nog veel witte vlekken
ten aanzien van de Alkmaarse economische
ontwikkeling. We weten bijvoorbeeld nog
heel weinig van de rol van Alkmaarders in
de kaashandel. In de 17de en 18de eeuw
brengen boeren zelf kaas naar de markt en
in 19de eeuw zie je allerlei vervoers
diensten vanuit Alkmaar. Waren de handel
en het vervoer in handen van Alkmaarse
ondernemers? Ik vermoed dat een groot
deel van de in de 19de eeuw vanuit Edam
geëxporteerde kaas in feite Alkmaarse kaas
is geweest. Ook op andere terreinen mis je
gegevens over Alkmaarse handelaren.
Bijvoorbeeld in de touwslagerij, die in de
17de eeuw in Alkmaar erg belangrijk was.
Waren het Alkmaarse handelaren die
zelfstandig touw doorleverden aan
Amsterdamse scheepsbouwers, of werd de
gehele productie rechtstreeks geleid vanuit
Amsterdam? Vaak levert onderzoek naar
de personen die in een bedrijfstak actief
waren interessante gegevens op. In de zout
keten in Holland bijvoorbeeld werkten
veel vrouwen, veelal uit Kolhorn afkomstig.
Het waren vaak dochters van zeelieden.
Ook over de Alkmaarse economie in de
Middeleeuwen is nog weinig bekend.
We weten bijvoorbeeld dat Alkmaar in de
14de eeuw een belangrijk centrum van de
palingvisserij was. Het weven van linnen
was ook een belangrijke bedrijfstak in die
vroege periode. Maar hoe de relaties zijn
met de opkomst van Alkmaar als stad zal
nog eens goed uitgezocht moeten worden".
Leden van de Historische Vereniging
Alkmaar kunnen hun bestelde boek(en)
tegen de kortingsprijs van 24,95
ophalen in het Regionaal Archief.
Onder notering van naam- en adres
gegevens geldt dit ook voor leden
die hebben vergeten in te tekenen!
Wij roepen u op het boek op te halen
vóór het einde van het jaar.