Een Duitse dienstbode op de Nijenburg t Agnes van Menen-van Lienen Elise Lene Grunsky was geboren rond 1900 en sprak met een licht Duits accent. Ze was kort en gezet en had een fijn rimpelachtig gezicht met Slavische gelaatstrekken. Vele jaren werkte ze als dienstbode op de Nijenburg in Heiloo. Letia Grutuly; op leeftijd GANZENHOEDSTER Een stralende kindertijd heeft zij niet gehad. Ze was 'een van de tien' en woonde op een boerderij in Gudwallen, een verzamelnaam voor een aantal gemeenten in een uitgestrekt landbouwgebied in het toenmalige Oost-Pruisen.1 Tegenwoordig ligt het in Rusland. Zelf noemde zij haar woonomgeving 'Oost-Boleten', vanwege de rijkdom aan eetbare paddenstoelen. Het was 1916, midden in de Eerste Wereldoorlog. Lena was elf jaar en merkte dat haar familie alles moest doen om het hoofd boven water te houden en te over leven. Iedere jongen en elk meisje uit het gezin Grunsky kreeg al vroeg een taak toe bedeeld. Lena moest ganzen hoeden en vetmesten door ze met een stok extra brood en maïs door de keel te proppen. Wanneer de ganzen eenmaal vetgemest waren, bracht zij ze over de karrensporen door het akkerland vol suikerbieten naar de dichtstbijzijnde markt om ze te ver kopen. Ganzenleverpastei was een voed zame lekkernij. Van de veren werden ganzenpennen gemaakt om mee te schrijven en het dons werd gebruikt voor dekbedden om onder te slapen. "Moetje horen Aggie, er was niks aan, aldoor hetzelfde werk en zo zielig voor die beesten", zei ze me later en ze maakte een rilgebaar en bootste gekscherend het 'Giegengack'-geluid van de ganzen na. De eentonigheid van het bestaan als ganzen hoedster bracht tenslotte verveling met zich mee. Het enige vertier in de streek was de wekelijkse kerkgang, want dan kwam je nog eens mensen tegen. De meer derheid van de op het platteland levende 42 Oud Alkmaar 2007

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2007 | | pagina 16