Resten van de Wortelpoort,
vanuit het westen. De poort-
doorgang staat schuin ten
opzichte van de stadswal.
Foto: afdeling Monumenten
zorg en Archeologie
Graafwerk bij de Rode Toren.
Foto: afdeling Monumenten
zorg en Archeologie
van Deventer uit circa 1563 zien we immers een onderscheid tussen delen
met een stadsmuur (twee lijntjes met er tussen inkleuring met rode
waterverf) en delen zónder stadsmuur met kennelijk alleen een aarden wal
(geen rode verf, blanco).
De verrassing was nu vooral, dat men hier blijkbaar niet had volstaan met
louter een wal, maar dat deze wal ook nog eens was bekleed met zeer zwaar
metselwerk. De muur helt lichtelijk achterover naar de stadszijde, om de
aardmassa te keren. De stadsmuur is vrijgelegd over ongeveer 105 m lengte.
Tot onze verrassing kende hij twee bouwfasen. De eerste bouwfase (rond
1528) sluit aan op de funderingen van de Wortelpoort, recht tegenover de
Wortelsteeg. Vanaf de Wortelpoort heeft men in oostelijke richting eerst een
90 cm dikke muur gebouwd over een afstand van 45 m. Dan stopt deze
fundering abrupt met een keurig afgewerkt uiteinde. In het verlengde
ervan werden nog wel drie heipalen teruggevonden van circa 1,5 m lang,
zodat het wellicht om een niet voltooide eerste aanleg gaat. In de tweede
bouwfase (voorlopig gedateerd rond 1540/1550) is, iets over deze muur heen, aan de
binnenzijde een nieuwe muur gemetseld van 1 m dik. Over 36 m afstand ligt deze muur
langs de eerste muur en hij loopt door tot en met de Rode Toren.
De constructie van een wal met een dikke bakstenen bekleding was een noviteit, bedoeld
om weerstand te bieden aan het steeds grotere vermogen van het geschut. Een aardig
detail van de Alkmaarse muur is het toegepaste metselverband, dat in de 18de eeuw nog
speciaal werd aanbevolen als bouwwijze voor vestingmuren: de kern van het
metselwerk bestaat uit bakstenen met de koppen naar buiten, dus in dwarsrichting in
de muur gelegd. Alleen aan de buitenzijde is er een afwisseling van een laag koppen met
een laag strekken (lange zijden van de baksteen). Deze strekkenlaag zorgt ervoor dat de
stenen binnenin het muurwerk elkaar in de lengte halfsteens overlappen. Aan de
buitenzijde oogt dit als een ietwat slordig kruisverband, maar inwendig is
dit dus afwijkend. Een dergelijk metselwerk heette 'patijtsverband'. Niet
alleen het rechte muurwerk was zo gemetseld, maar ook de ronding van de
Rode Toren, met de stenen ongeveer radiaal gelegd.
De Wortelpoort en de Rode Toren
Van de Wortelpoort is tot dusverre slechts een gedeelte gevonden van de
fundering van een vierkant gebouw. De beide zijkanten zijn zeer zwaar
muurwerk van 1,2 m dik, terwijl de zijde aan de stadskant slechts 75 cm dik
is. De fundering aan de buitenzijde, waar ooit de brug op aansloot, is helaas
in later tijd geheel weggebroken. Op de enige afbeelding van deze poort, een
schetsmatige weergave op een kaart van Lourens Pietersz uit 1565, is een
zware ronde toren te zien met aan de oostkant ernaast een vierkant
gebouwtje waarop een houten brug aansluit. Hij doet sterk denken aan de
18