Medaillon van schepen en
schout Albert van Rietwijck
Het zegel van schepen
Willem van Rietwijck.
Collectie Regionaal Archief
Medaillon van schepen
Dirck Allertsz.
Zegel van Dirck Allertsz. met
dezelfde zwaan en huismerk
nadat de ruitjes ontworpen zijn. Omdat de stijl van de wapenschildering ook opvallend
afwijkt, is dit wellicht niet het oorspronkelijke ruitje. Waarschijnlijk is het al eerder
gebroken en in atelier 't Prinsenhof in een andere stijl uitgevoerd. Mogelijk zijn de
raampjes vervaardigd in het Roermondse atelier Nicolas, omdat dit atelier al vanaf 1862
in Alkmaar actief was met ramen voor de Laurentiuskerk en de Dominicuskerk.
De wapens op de medaillons van 1879
Het Regionaal Archief bezit een serie zegels van Alkmaarse schepenen en andere
hoogwaardigheidsbekleders, die als bron gediend kunnen hebben voor de ontwerpen
van de wapens. Misschien heeft C.W. Bruinvis (1829-1922), redacteur van de Alkmaarsche
Courant en later museumdirecteur en gemeentearchivaris, Roeterink gewezen op het
bestaan van deze zegels. Soms zijn er kleine verschillen en soms is er een zegel van een
familielid als voorbeeld gebruikt. Zo is voor het medaillon van Albert van Rietwijck het
zegel van Willem van Rietwijck gebruikt. Desondanks kunnen we aannemen dat de
schepenzegels als bron hebben gediend. Omdat er hier geen plaats is voor uitvoerige
heraldische wapenbeschrijvingen, volsta ik met een paar opmerkingen over het
wapenschild en de bijfiguren. Er zijn verschillende dieren in de wapens opgenomen. De
fiere leeuw (dapperheid, moed) is een bekend teken en komt maar liefst acht maal voor
op het gecompliceerde schild van de landsheren Maximiliaan van Oostenrijk en Karei V.
Op het wapen van Heyndric Gerytszoen van Voshol is een vos afgebeeld, symbool voor
slimheid en sluwheid. Twee afgewende zalmen zijn het wapenteken van Anthonij van
Neerevliet. In de wapens van Doede Jansz., Albert Cornelisz. Comans en Guillaume
Mostert zijn kunstmatige figuren verwerkt. Op het wapen van Guillaume Mostert zijn
drie afgebroken rode degens met blauwe gevesten te zien. Het wapen van Doede Jansz.
is gevierendeeld met een vierspakig wiel voorzien van messen (St. Catharinarad), een
leeuw, een paal en een tweede St. Catharinarad. Het wapen van Albert Cornelisz. Coman
bestaat uit 12 stukken met een hartschild. Erboven is een bijl geplaatst. Andere
wapenstukken zijn een keper (Albert van Rietwijck), drie verkorte breedarmige kruizen
(Laurens Pietersz. Palinc) en een getande dwarsbalk (Nanning en Jan van Foreest).
Vier wapenschilden, (Gerijt Roest, Dirck Allertsz., Andries Pieterszoen Zei en Screvel
Dircxz.) zijn voorzien van een huismerk. Een huismerk (of handmerk) is een eenvoudig
eigendomsmerk, meestal bestaand uit rechte lijnen. Dergelijke merktekens werden
vaak gebruikt door handwerkslieden om aan te geven door wie iets gemaakt was. Je kunt
ze bijvoorbeeld aantreffen in de bouw, onder andere als steenhouwersmerken. Verder
werden ze ook toegepast op grafstenen en -zerken. De getraliede helm boven het wapen,
indien aanwezig, is naar rechts gewend. Op Roeterinks ontwerpen van de wapens van
Laurens Pietersz. Palinc en Albert van Rietwijck is de helm naar links gewend, dus dit is
bij de uitvoering op glas veranderd. De betekenis van de twee takken op de helm van
Albert van Rietwijck kan 'standvastigheid' zijn of'wijde vertakking in de familie'. De
helm is voorzien van dekkleden. De wapens van Doede Jansz., Albert Cornelisz. Comans