Het voormalige provenhuis lijkt op een gewoon huis, althans aan de buitenkant. Achter de mooie, zware voordeur met rijk lijstwerk bevindt zich een klein halletje. Daar zijn al meteen enige oude stijl kenmerken te ontdekken waaraan je kunt zien niet met een gewoon huis van doen te hebben, zoals de steile trap met ernaast een ruimte die als glijbaan dienst zou kunnen doen (heeft er vroeger een wenteltrap gezeten?) en de lage deur die toegang biedt tot de woonkamer met bijzondere details, zoals toognagels. In de woonkamer is de oude bedstee nog te zien. Vermoed wordt dat de bedstee dwars in de kamer heeft gestaan en tevens als scheidingswand tussen de kamers van de vrouwen dienst heeft gedaan. Naast de bedstee is er nog een deurtje met ronde boog zichtbaar, waarachter zich een kast bevindt. Het geheel is fraai omkaderd door brede planken en staat erg mooi in de kamer. De bewoners, een jong stel met drie kinderen zijn er erg blij mee en gebruiken de bedstee als voorraadkast. De balken en het houtwerk zijn in een grijstint geschilderd. De deuren en ook het houtwerk van de bedstee staan in een glanzend witte verf Aan de achterkant van het huis is de keuken aan gebouwd met een zoldertje erboven. Op de vloer van de keuken liggen mooie geel met groene plavuizen rdie waarschijnlijk ïpde-eeuws zijn. Het in roeden verdeelde achterraam van de kamer ziet uit op een kleine tuin die leidt naar de Kanaalkade. Vroeger liep aan de achterzijde van het huis waarschijnlijk een klein slootje met daarachter de stadswal. Dit was lange tijd de rand van de stad. Steile trap met 'glijbaan' Toognagel in het kozijn van de kamerdeur gevel op vlucht die beter bestand zou zijn tegen weersinvloeden. Het huis werd dus een hofje, een provenhuis, een van de kleinere in de stad, bewoond door drie vrouwen en met een regentenkamer op de bovenverdieping aan de voorkant. Het pand is momenteel eigendom van de woningbouwcorpo ratie SVA die het in de tachtiger jaren met respect voor historische details heeft verbouwd. Sinds die tijd wordt het verhuurd. 38

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2006 | | pagina 44