HET 0.STADSDEEL IN PUIN? SOS DE AFBRAAK vo^«ode IS IN ROOD GEKLEURD HET ZAL JE HUIS MAAR WEZEN! Protestaffiche tegen de afbraak van het oostelijk stadsdeel, ca. 1965. Collectie Regionaal Archief langs de Zaan in Wormerveer, en ik weet dat ik mij in mijn jeugd al ergerde aan het feit dat mijn vader het pand langzamerhand sloopte. Mijn moeder hield niet van richeltjes en mijn vader was een begenadigd timmerman, dus die verhielp dat probleem door plafonds vlak te maken, paneeldeuren met board te bekleden, en een prachtige zwartmarmeren schoorsteenmantel te vervangen door tegeltjesboard. Mijn vader was voortdurend aan het moderniseren, maar ik vond dat zonde van het oude pand. Op de MTS kregen we ook architectuurgeschiedenis van meneer Mooij, heel inspirerend. Het vreemde was alleen, dat het altijd ging over gebouwen in het buitenland. Mooij behandelde de Grieken en Romeinen en Franse gotische kathedralen. We zijn nooit gaan kijken in de Grote Kerk, terwijl dat toch om de hoek was. Mijn eerste eigen buitenlandse vakantie ging dan ook naar Griekenland, de Acropolis in Athene bekijken, want dat was voor mij architectuur. Ik heb lang gedacht dat je in Alkmaar bijvoorbeeld geen Jugendstil ofNieuwe Zakelijkheid had. Pas later heb ik ontdekt dat je van werkelijk alle architectuurstromingen in de stad iets terug kunt vinden. Hoe ben je vanuit de Zaanstreek in Alkmaar terechtgekomen? Eigenlijk door toeval. Toen ik trouwde kon je in de Zaanstreek nauwelijks een woning krijgen, dus we belandden in Heerhugowaard. Toen was het natuurlijk wel handig om het werk iets dichter bij huis te zoeken. Ik belde na een tip van een kennis precies op het goede moment naar de dienst bouwkunde in Alkmaar en kon komen praten. Ik kreeg een baan als tekenaar. De gemeente heeft al een lange traditie in monumentenzorg. Er is ooit een stichting geweest die zich bezighield met het restaureren van panden. Die had de heer W. Reder in dienst die vanuit die stichting is gaan werken bij de gemeente Alkmaar. Hij was net voordat ik kwam met pensioen gegaan en toen had de gemeente Leo Landzaat aangenomen als monumentenambtenaar. In de tekenzaal had hij een aparte hoek voor restauratietekeningen. Hij merkte mijn interesse op, dus zo raakte ik daarbij betrokken. Alkmaar zat toen in de stroom van de stadsvernieuwing, er was veel verpauperd, dus er moest ook veel gebeuren. De verpaupering was met name ontstaan in de periode na de oorlog, toen er allemaal huizen gesloopt zouden moeten worden om de basisplannen te realiseren. De stad kocht zelf veel op, en restauratie ging dus vaak in eigen beheer. Dat gold vooral voor het Oostelijk Stadsdeel I, het gebied ten oosten van de Mient. Dat moest gesaneerd worden, huizen moesten opgeknapt en bedrijven moesten weg uit de buurt. 26 t

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2006 | | pagina 32