werd in de buurt van klinknagels. Floor
maakte een dergelijk lek weer dicht met
een mengsel van Engelse bruine teer,
meniepoeder, krijtpoeder en benzine.
Volgens Floor had Vis maar al te zeer
gelijk als hij buitenlanders rondleidde op
de werf en dan trots zei: "alles nog geheel
handwerk heren!"
Floor was de hele dag in touw als lasser.
Vaak droeg hij zijn laskap ook als hij niet
hoefde te lassen, zo gewend was hij eraan
geraakt. Een leren schoot moest hem
beschermen tegen de vonken. En dubbel
gevoerde handschoenen. Als er in de
machinekamer gelast moest worden, werd een asbestdeken gebruikt. Niemand wist
toen nog hoe schadelijk asbest kon zijn. Vaak lag Floor in een geweldige vonkenregen
onder een boot te werken en kreeg hij vonken in zijn kleren en op zijn huid. Nog steeds
zijn de littekens zichtbaar. Na het lassen moest hij de slakken op de las er weer afbikken
en kreeg daarbij vaak iets in zijn oog.
Meestal werd er gewerkt in een open loods, waar de wind vrij spel had. De verwarming
bestond uit een oude oliedrum waar een houtvuur in brandde. Ook als het vroor, werd
er meestal doorgewerkt.
Voorman-lasser Floor
Berkman aan het werk op
de werf aan de Eilandswal,
ca. 1955.
Collectie Nautisch Centrum
Witsen
Het casco van de Budi wordt
gebouwd, 1961.
Collectie Nautisch Centrum
Witsen
23