Een van de blusboten voor
Irak tijdens een proef met de
blusapparatuur, 1982.
Collectie Nautisch Centrum
Witsen
personeelsbestand daalde tot ca. 10 personen. De afgelopen
jaren heeft de werf zich vooral ontwikkeld tot een water
sportcentrum. Niet voor niets is de huidige naam 'Nautisch
Centrum Witsen'. Op het terrein zijn allerlei zelfstandige
ondernemers gevestigd die gespecialiseerde werkzaamheden
aan schepen kunnen uitvoeren. De werf biedt deze bedrijven
onderdak. Verder wordt er ruimte verhuurd voor winteropslag
van boten en doet de werf aan onderhoud, reparatie en
verkoop van jachten en andere boten. Sinds kort is er ook weer
een jachtenbouwer ('Victoire Yachtsj op het terrein te vinden.
Een interview met Floor Berkman,
oud-werknemer
Er zullen niet veel mensen zijn die kunnen bogen op een
arbeidsverleden van maar liefst 65 jaar. Floor Berkman is een
van de weinige uitzonderingen. Geboren in 1924 werkte hij na
een lasopleiding te hebben gevolgd eerst in de Amsterdamse
scheepsbouw en vanaf 1954 als voorman-lasser bij Witsen
Vis. In 1966, toen het slecht ging met de werf] werd ook Floor ontslagen. Vanaf zijn
zestigste werkte hij weer bij de werf en bleef er tot vorig jaar.
Floor weet nog goed hoe er in de jaren vijftig werd gewerkt. De werkweek duurde toen
48 uur. Er werd gewerkt van acht tot half zes en op zaterdag tot half een. In de middag
pauzeerde men van half een tot twee, iedereen ging naar huis voor een warme hap. 's
Zaterdags kon je overigens om half een nog niet naar huis, want dan kwam werfbaas
Kruize met een stapel loonzakjes. Floor: "Die werden meteen opengescheurd en een
tientje of meer werd in de broekzak gestopt, dat mocht moeder de vrouw niet weten".
Met de directie kwamen de arbeiders niet in direct contact. Floor beschrijft Vis als een
echte gentleman, niet iemand die zich thuis voelde op de werkvloer. De afstand tussen
directeur en personeel was toen nog erg groot. Op de werf kende ieder zijn plaats. De
sfeer tussen de werfarbeiders, voor het grootste deel Alkmaarders, was gemoedelijk.
Hete klinknagels, asbest en lasslakken
Er was in de jaren vijftig nog heel veel handwerk. De gaten voor klinkwerk bijvoorbeeld
werden aangebracht met een handmatig te bedienen slingetpons. Ook het klinkwerk
was erg arbeidsintensief De klinknagels gingen er heet in. Een klinkploeg bestond uit 3
personen, een 'klinker', een 'tegenhouder' en een 'nageljongen' die een smidsvuurtje
had en de nagels warmde. De geklonken verbindingen waren waterdicht. Soms lekte het
nog wat, dan werd er een mand met zaagsel onder de boot doorgehaald, waarbij het
zaagsel in de openingen bleef zitten. Toen Floor bij de werf kwam werden de huidnaden
van de schepen allemaal al gelast. Het kwam voor dat er lekkage ontstond als er gelast