i8
b
In 1951 was de tewaterlating
van een schip, in dit geval de
Allebo, nog steeds een
evenement.
Collectie Nautisch Centrum
Witsen
De Aulanko wordt uitgeladen
in de haven van het Finse
Turku
Collectie Nautisch Centrum
Witsen
doorgang te bezitten. Bij deze bruggen moest het spoor tijdelijk 1.30 m dieper worden
gelegd, zodat de goederentrein met de boot veilig kon passeren. Op speciaal verzoek van
Helström werd de boot niet geschilderd. Iedereen moest duidelijk kunnen zien dat het
een aluminium boot betrof
Voortbordurend op de kennis die de werf had opgedaan in het werken met aluminium
werd in 1956 een aluminium draagvleugelboot gebouwd, de Witvis. De vleugels drukken
door hun speciale constructie een dergelijke boot uit het water, waardoor er minder
weerstand is en de boot veel sneller kan varen. De eerste experimentele draagvleugel
boten werden gebouwd rond de Eerste Wereldoorlog. Pas in 1952 begon het Zwitserse
bedrijf Supramar met de commerciële productie ervan. Vis, die al jaren een dergelijke
boot had willen bouwen, nam contact op met Supramar, wat in december 1955
resulteerde in de opdracht om voor het Zwitserse bedrijf een draagvleugelboot te
bouwen. De boot was bedoeld
voor een Amerikaan die ermee
wou gaan vissen voor de kust van
Florida. Bij de bouw ontmoette
de werf tal van praktische pro
blemen. De topsnelheid lag rond
de 70 km per uur, maar al bij een
snelheid van 68 km begon de
Witvis vervaarlijk te wiebelen. Et
moest heel wat gesleuteld worden
aan de vleugels om het probleem
te verhelpen. Bij na ging de presen
tatie aan de pers niet door, omdat
de gietijzeren uitlaat barstte.
Lasser Floor Berkman werd om 11
uur 's avonds uit zijn bed gebeld
om het probleem te verhelpen.